Kamerlid, het is ook niet niks. Wat zal je familie trots zijn! Die familie moet er overigens wel rekening mee houden de geachte afgevaardigde amper meer te zien: de werktijden zijn onvoorspelbaar maar in elk geval ijzingwekkend lang: in 2011 duurde een plenaire vergadering gemiddeld 10 uur en 36 minuten. Daarbij is het bijna een meevaller als zo’n bijeenkomst eens op tijd begint, want die daarvoor loopt vaak weer uit. En aanvangstijden later op de avond, pakweg om half 10, worden in het democratisch hart van ons land niet geschuwd.

Pak je dan een debat eens onhandig aan, dan kun je ook nog eens ongenadig worden neergesabeld in de media. Niettemin zijn er altijd weer belangstellenden bij de vleet: voor een Kamerlidmaatschap namens de PvdA, die volgens de huidige peilingen zo’n 20 zetels in de aanbieding zal hebben, meldden zich bijvoorbeeld 430 onverschrokkenen aan. Een loon staat er niet tegenover, wel een stevige ‘onkostenvergoeding’ of ‘schadeloosstelling’. Die bedraagt ruim 7300 euro bruto per maand. Het is overigens amper meer dan in België (bijna 7200 euro per maand) en iets minder dan in Duitsland (bijna 8000 euro per maand).

Kamerleden die hun zetel (moeten) afstaan, hebben recht op wachtgeld, volgens de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). De wachtgelduitkering bedraagt het eerste jaar 80 procent van de schadeloosstelling, daarna wordt het 70 procent. Er is een sollicitatieplicht. De duur van de wachtgelduitkering is gelijk aan de duur van de vervulling van de politieke functie, maar minstens 2 jaar. Wie echter hooguit 3 maanden in de Kamer heeft gezeten, krijgt tegenwoordig nog maar voor 6 maanden een uitkering. De maximale duur van het wachtgeld was 4 jaar, maar zal als gevolg van het bezuinigingsakkoord naar 3 jaar en 2 maanden gaan.

Wachtgeld tot de AOW in zicht komt, is er dan nog voor mensen die 55 zijn (geweest) en zeker 10 jaar hun ambt hebben vervuld.