Reden daarvoor is volgens Mladic onder meer de Nederlandse nationaliteit van Orie. Daardoor zou hij een „belangenconflict en persoonlijke vooringenomenheid’‘ hebben voor wat betreft het gedeelte van het proces dat gaat over de genocide van Srebrenica.

Gelet op het geplande begin van het proces in minder dan een week vraagt Mladic de president van het tribunaal, Theodor Meron, tevens om de zaak op te schorten totdat de kwestie is opgelost.

De verdediging van Mladic wijst erop dat hoofdaanklager Serge Brammertz tijdens het proces een ,groot aantal’’ ex-militairen van Dutchbat als getuige wil oproepen. Dat was het Nederlandse VN-bataljon dat in 1995 door de troepen van Mladic werd aangevallen en overrompeld. Na de val van de Oost-Bosnische moslimenclave Srebrenica kon Dutchbat de massamoord op duizenden moslimmannen en -jongens niet voorkomen.

Ook wijst Mladic op de rechtszaken van nabestaanden van Srebrenica-slachtoffers die momenteel tegen de Nederlandse staat lopen. Gelet op de gevoelens die de kwestie-Srebrenica opwekt, kan Orie ,zichzelf niet losmaken van zijn Nederlandse nationaliteit”, aldus Mladic.

Eerder diende Radovan Karadzic, de voormalige politieke baas van Mladic, een wrakingsverzoek in tegen Orie om soortgelijke redenen. Die werd daarna van de zaak tegen de ex-president van Republika Srpska gehaald. Dat gebeurde echter kort na het begin van de voorbereidende procedure en niet pas luttele dagen voor het geplande begin van het proces.

Mladic geeft ook andere redenen voor zijn wrakingsverzoek. Zo heeft Orie eerder verdachten schuldig gesproken op punten waarvoor nu ook Mladic terecht moet staan.