Opinie

Hoog tijd voor herwaardering creatief vakmanschap

Na tijden van verwaarlozing en onderwaardering is het hoog tijd dat het creatief ambachtelijk werken de waardering krijgt die het verdient, betoogt prof. dr. Arjo Klamer.

11 May 2012 18:14Gewijzigd op 14 November 2020 21:02
Foto EPA
Foto EPA

Deze herwaardering is bittere noodzaak. De toekomst is voor de creatieve economie. Het gaat steeds minder om de dingen en steeds meer om de verbeelding, om kwaliteit. In de wereld van de mode wordt een schoen of een kledingstuk een verhaal. In de culinaire wereld gaat het steeds meer over de kwaliteit van de ingrediënten, het doordachte recept en de gedreven chef-kok.

Al worden bedrijven beter in het leveren van kwaliteit, ze blijven bedrijven. Ondernemingen zijn niet persoonlijk en moeten daarom gebruikmaken van generieke reclameboodschappen. En dat terwijl kritische consumenten steeds duidelijker hun voorkeur aangeven voor authentieke producten. Maar een reclameboodschap is niet authentiek. Het verhaal van een persoon die het product heeft bedacht en het zelf ook nog heeft gemaakt, is dat wel.

Creatieve vakmensen combineren creativiteit met de vaardigheid van het maken. Nederland heeft altijd uitmuntende creatieve vakmensen gekend. Van de schilders in de zeventiende eeuw (want die zagen zichzelf als ambachtsmannen) tot de glasblazers in Leerdam. Nederland kent nog steeds een aantal uitstekende opleidingen, zoals die voor (voornamelijk) smeden in Schoonhoven en het SintLucas in Breda, dat een breed scala aan vakmensen opleidt. Maar veel aandacht krijgt het creatief vakmanschap niet.

Maatschappelijk aanzien

Met een aantal internationale onderzoekers heb ik afgelopen jaar in verschillende landen rondgekeken om te onderzoeken of de Nederlandse situatie typerend is en of wij wat kunnen leren van praktijken elders.

We ontdekten dat vooral in Japan en Italië het creatief vakmanschap hoog staat aangeschreven. Als je daar mooie dingen kunt bedenken en kunt maken, sta je in hoog maatschappelijk aanzien. Vooral Japanners besteden veel aandacht aan het voeden en stimuleren van het creatief vakmanschap. Op school leren Japanners kalligrafie en vaak ook keramiek. Goede vakmensen worden door de overheid aangewezen en ontlenen daar vervolgens maatschappelijke status aan.

Belangrijker nog is dat Japanners en Italianen waarde hechten aan mooi gemaakte dingen, en vaak goed op de hoogte zijn van de kwaliteiten van creatieve vaklieden. Zij hechten duidelijk aan kwaliteit en, niet onbelangrijk, zijn bereid ervoor te betalen. Ga maar eens naar een goed restaurant in Japan en bewonder de kunstwerkjes die je op je bord aantreft. Japanners geven daar blijkbaar om. Trots zullen ze ook hun bijzondere kopjes laten zien, of het kunstig gebeitelde fonteintje in hun piepklein tuintje.

Wij in Nederland kunnen veel leren van deze landen. We kunnen leren van de organisaties voor het creatieve vakmanschap, en van de toepassing van de meestertitel. We leren ook dat handvaardigheid een onderdeel zou moeten vormen van het reguliere curriculum tot in de eerste jaren van de middelbare school. Kiezen om te werken met de handen zou weer een gerespecteerde optie moeten zijn en niet, zoals dat nu is, voor degenen die ‘niet kunnen leren’.

Zelfvertrouwen

Zoals veel pedagogen hebben bepleit, stimuleert het creatief werken met de handen de ontwikkeling van de kinderen. Ze worden zich beter bewust van de vermogens van hun lichaam, ze leren iets over materialen, ze leren creatief te werken en oplossingen te vinden wanneer ze vast komen te zitten.

Daarbij biedt het creatief vakmanschap een goede carrière. Te veel studenten doorlopen de universiteit zonder een vak te leren. Een vak geeft een identiteit. Een vak geeft zelfvertrouwen. En goed zijn in het maken van dingen geeft voldoening. Kenmerkend voor al de creatieve vakmensen die wij gesproken hebben in Japan, China, Italië en elders is dat ze vooral werken omdat ze mooie producten willen vervaardigen. Het geld dat ze ermee verdienen is ondergeschikt aan het gevoel dat ze hebben als ze iets moois hebben gemaakt. Niets is zo motiverend als ergens goed in zijn en dat ook te kunnen uitoefenen.

Creatieve vakmensen in Nederland hebben te maken met beperkte aandacht voor hun werk en geringe waardering. Veel potentiële kopers worden afgeschrikt door de prijs. Het besef van het waardevolle van goed vakwerk is nog onderontwikkeld. Mijn vermoeden is dat met de toename van de behoefte aan authentieke kwaliteitsproducten de waardering wel gaat komen. In de tussentijd doen creatieve vakmensen er goed aan om te leren van hun Japanse en Italiaanse collega’s door zo veel mogelijk gezamenlijk op te trekken en zo goed mogelijk hun verhaal te vertellen.

De auteur is hoogleraar culturele economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is lid van het platform ambachtseconomie van het Hoofdbedrijfschap Ambachten. Samen met Indiase, Chinese, Japanse en Italiaanse onderzoekers bracht hij het creatief vakmanschap van verschillende landen in kaart. Zie www.klamer.nl of www.svgb.nl voor het rapport.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer