De scholiere heeft dyscalculie waardoor ze geen rekenkundige formules kan onthouden. Met de toepassing ervan heeft ze geen problemen. Al sinds het eerste jaar gebruikt ze de formulekaarten bij tentamens wiskunde A en economie.

Volgens een uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) in deze zaak discrimineert de school hiermee. Maar volgens het ministerie van Onderwijs is het gebruik van de kaart tijdens examens niet toegestaan. Kennis van de formules behoort tot de exameneisen. Tot 2009 was voor alle leerlingen het gebruik van de kaarten tijdens de examens wel toegestaan. Van de Haterd spreekt van een dilemma. „In mijn hart wil ik het wel toestaan, maar de inspecteur heeft duidelijk gezegd dat dan haar examen ongeldig wordt verklaard. Daarmee dupeer ik dan de leerlinge.”

De moeder van de 16-jarige leerlinge benadrukte vrijdag dat de school geen blaam treft: „Die is met handen en voeten gebonden. De school wil wel, maar is gebonden aan de regels.” Volgens haar zijn niet alleen haar dochter maar ook al die andere examenleerlingen met dyscalculie, gedupeerd. Ze zegt dat ze ,zo teleurgesteld’’ is dat haar dochter nu op deze manier examen moet doen, maar dat ze „gewoon gaat beginnen aan de examens”.

Het ministerie stelde vrijdag dat voor het Centraal Examen voor alle kandidaten dezelfde condities en uitgangspunten gelden. „Het is een verantwoordelijkheid van de school om deze na te leven. Het is een taak van de inspectie om daarop toe te zien. Bij deze uitgangspunten is ook nadrukkelijk rekening gehouden met leerlingen met dyslexie en dyscalculie. Zo krijgen zij bijvoorbeeld meer tijd voor het Centraal Examen. Zoals al een aantal jaren in het Examenreglement is vastgelegd, is het gebruik van een formulekaart echter niet toegestaan. Scholen zijn daar ook in een vroeg stadium over geïnformeerd, zodat zij daar in hun voorbereiding rekening mee kunnen houden en leerlingen goed kunnen begeleiden op weg naar de examens.”