Werkgevers vinden de opkomst van payrollbedrijven geen verkeerde ontwikkeling, maar de vakbeweging spreekt van een schijnconstructie waarmee bazen hun verantwoordelijkheid voor het personeel ontlopen. „De payrollconstructie is een grote verdwijntruc van goed werkgeverschap. Voor dit soort gesjacher is geen plaats in een fatsoenlijke arbeidsmarkt’‘, aldus FNV-bestuurster Catelene Passchier.

Steeds vaker is personeel niet in dienst van de organisatie waar ze werken, maar van een payrollbedrijf dat werkgevers rompslomp uit handen neemt als het gaat om uitbetaling van loon, pensioen en verplichtingen ten opzichte van zieke werknemers. De arbeidsvoorwaarden zijn volgens vicevoorzitter Maurice Limmen van het CNV duidelijk minder dan van vaste krachten. ,Het fenomeen payroll ondermijnt cao-afspraken en andere collectieve regelingen. Terwijl ik vind dat gelijk werk, gelijk moet worden beloond.’’

Ondernemers vinden payrolling belangrijk, omdat het werkgeverschap door ,allerhande verplichtingen” complexer is geworden. Via payrolling krijgen ze flexibiliteit en worden de (financiële) risico’s beperkt. Ook spelen payrollbedrijven bij bedrijven en sectoren waar het werkgeverschap minder is ontwikkeld een ondersteunende rol in het personeelsbeleid.

Maar ook in de Tweede Kamer klinken bezorgde geluiden; zowel in de oppositie bij de PvdA en SP als bij het CDA. Zo heeft CDA’er Eddy van Hijum het idee dat met payrolling niet alleen wordt gebruikt voor professionalisering van werkgeverschap, maar dat ook verantwoordelijkheden worden afgewenteld. Hij is extra bezorgd, omdat naast het midden- en kleinbedrijf vooral ook de overheid en het onderwijs payrolling gebruiken.