Geen maatregelen tegen verplichte luiers in verpleeghuizen
Staatssecretaris Ross-van Dorp (Volksgezondheid) vraagt zich af waarom een op de tien verpleeghuizen niet in staat is bewoners naar het toilet te laten gaan wanneer zij dat wensen. Maar ze vindt het niet haar taak daar tegen op te treden, dat moeten de besturen van die instellingen zelf doen.
Ze is ook niet van zins de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) hiervoor in te schakelen. „De IGZ kan deze situatie niet laten verdwijnen.” Dat heeft de staatssecretaris geantwoord op Kamervragen van het CDA over de kwestie.
Aanleiding voor die vragen was een bericht van de Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC). Die stelde dat een bezoek aan de wc een luxe dreigt te worden voor bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen. Door de hoge werkdruk heeft het personeel steeds minder tijd mensen die niet zelfstandig naar het toilet kunnen, te helpen, zei de LOC.
Steeds meer ouderen in instellingen krijgen te maken met „toiletrondes”. Zij kunnen dan alleen op vaste tijden naar de wc, of krijgen verplicht luiers om. Het LOC signaleerde zelfs dat mensen te weinig vocht binnen krijgen om de aandrang te beperken en dat het verschonen van luiers leidt tot onacceptabele wachttijden.
De staatssecretaris verwijst naar de 90 procent van de instellingen die de zorg zo kunnen organiseren dat bewoners wel naar het toilet kunnen wanneer zij dat wensen. Volgens Ross-van Dorp geeft dit aan dat de door het LOC geschetste situatie niet hoeft voor te komen. Zij stelt dat de besturen van de instellingen waar dit wel gebeurt een organisatieprobleem hebben.