Philadelphia, 1876: Eerste wereldtentoonstelling in de VS, dat 100 jaar eerder de onafhankelijkheid had uitgeroepen in Philadelphia. Op de expo zijn nieuwe vindingen te zien, zoals de telefoon, de typemachine en ketchup.

Parijs, 1878: Bezoekers vergapen zich aan een ‘menselijke dierentuin’. Daarin worden 400 inboorlingen van over de hele wereld tentoongesteld. Het publiek kan ook kijken naar het hoofd van het Vrijheidsbeeld, dat nog in aanbouw is. De expo legt verder de basis voor auteursrechtenbescherming en voert braille in als algemeen leesmiddel voor blinden.

Parijs, 1889: 100 jaar na de revolutie viert Frankrijk zijn verworvenheden. Als toegangspoort wordt een 320 meter hoge ijzeren toren gebouwd, de Eiffeltoren.

Chicago, 1893: Expo staat in het teken van elektriciteit. Blikvanger is het allereerste reuzenrad, een attractie van 80 meter hoog met plaats voor meer dan 2000 mensen.

Buffalo, 1901: De Amerikaanse president William McKinley wordt neergeschoten op de wereldtentoonstelling in Buffalo (New York). Artsen durven geen gebruik te maken van de gloednieuwe röntgenmachine, die op de expo staat.

Brussel, 1958: Eerste wereldtentoonstelling na de Tweede Wereldoorlog. Voor de expo wordt het Atomium gebouwd. Het 102 meter hoge monument heeft de vorm van een ijzerkristal, 165 miljard keer vergroot.

Osaka, 1970: Eerste wereldtentoonstelling in Azië. Attracties zijn de eerste mobiele telefoons, lokale computernetwerken en magneetzweeftreinen.

Hannover, 2000: Het Nederlandse paviljoen is de grote publiekstrekker. In de vijf verdiepingen (‘leeflagen’) zijn de Nederlandse landschappen verwerkt. Zo is er een bos op de derde etage. Windmolens op het dak wekken stroom op. Na de expo raakt het gebouw in verval.