Buitenland

VN-troepen in Kabul

Met twee dagen vertraging zijn Duitse en Nederlandse troepen die deel uit gaan maken van de vredesmacht in Afghanistan vrijdag aangekomen bij Kabul.

Buitenlandredactie
11 January 2002 22:27Gewijzigd op 13 November 2020 23:21

Nog voor het licht werd landden de twee vliegtuigen waarin de soldaten zaten op de luchthaven Bagram ten noorden van de Afghaanse hoofdstad. Zeventig Duitse en 32 Nederlandse militairen vertrokken dinsdag in gezelschap van twee Oostenrijkse kwartiermakers, maar kwamen door het weer vast te zitten in het Turkse Trabzon. De Duitse minister van Defensie, Rudolf Scharping, zei dat vrijdag nog veertig militairen in Turkije moesten achterblijven wegens plaatsgebrek in de vliegtuigen, waarin de soldaten ook hun persoonlijke uitrusting meenemen.

Samen leveren Duitsland, Nederland en Denemarken zo’n 1500 militairen die in Afghanistan Britse eenheden zullen ondersteunen. De Britten leiden de vredesmacht ISAF de eerste drie maanden. Half februari zal ISAF volledig operationeel zijn om de regering van interim-premier Hamid Karzai te beschermen.

Scharping benadrukte nog eens dat de militairen een gevaarlijke missie uitvoeren, wijzend op het hevige vuurgevecht dat donderdag losbarstte op de legerbasis in Kandahar. Het vliegveld, dat door de Amerikanen is ingenomen, werd door een veertiental gewapende mannen onder vuur genomen. De Amerikanen beantwoordden het vuur met machinegeweren en granaatwerpers en lieten ook een gevechtshelikopter opstijgen. Aan Amerikaanse zijde raakte niemand raakte gewond. De aanvallers, die wisten te vluchten, wilden mogelijk voorkomen dat van Kandahar een vliegtuig met krijgsgevangen strijders van de al-Qaida-terreurorganisatie naar de Amerikaanse basis Guantanamo op Cuba zou vertrekken.

Volgens de Internationale Campagne voor het Verbod op Landmijnen (ICBL) kan de vredesmissie ernstig worden bemoeilijkt door het grote aantal mijnen in het land. Het ICBL zegt dat Afghanistan behoort tot de meest van mijnen vergeven landen ter wereld. Bovendien zijn veel van de mijnenvelden in het land niet in kaart gebracht.

Hoewel er de afgelopen jaren al veel mijnen zijn opgeruimd, waren er in 2000 gemiddeld 88 mijnongevallen per maand. Bijna de helft van de getroffen personen stierf als gevolg van het ongeluk. Een aantal buitenlandse militairen, onder wie Amerikanen, is de afgelopen weken al in Afghanistan gewond geraakt door mijnen of niet-ontplofte oude munitie.

Volgens ICBL is zeker 724 miljoen vierkante meter grond in Afghanistan met mijnen „besmet.” Dat lijkt niet veel in een groot land als Afghanistan, maar volgens ICBL is er sprake van een levensgevaarlijke situatie. Elke jaar worden bovendien 12 tot 14 miljoen vierkante meter nieuwe mijnenvelden gevonden.

Verreweg de meeste mijnen (87 procent) liggen verspreid over het platteland. Zeven procent van de mijnen liggen bij wegen en 4 procent bij woongebieden. De meeste mijnen zijn gelegd tijdens de Russische bezetting in de jaren tachtig. Ook in de jaren negentig, toen de Russen waren vertrokken en milities elkaar onderling bestookten, zijn er duizenden mijnen gelegd, vooral in en rond de hoofdstad Kabul. Er zijn meer dan vijftig soorten mijnen gevonden die onder meer zijn gemaakt in België, China, Iran, Italië, Pakistan, Rusland, Groot-Brittannië en Zimbabwe.

De voormalige Talibanmachthebbers en de Noordelijke Alliantie hebben elkaar jaren beschuldigd van het leggen van nieuwe landmijnen. De huidige Afghaanse overgangsregering heeft het internationale antimijnenverdag (nog) niet getekend. Overigens hebben ook de VS het verdrag nooit ondertekend. De opruimwerkzaamheden, waaraan ook buitenlandse militairen een bijdrage gaan leveren, zijn intussen wel hervat. Niet ontplofte delen van recent afgeworpen Amerikaanse clusterbommen vormen momenteel een bijkomend probleem.

Volgens landmijnexperts zal het zeker zeven tot tien jaar duren voordat alle mijnen in Afghanistan opgeruimd kunnen zijn, een schatting die overigens dateert van voor de Amerikaans-Britse aanvallen op Afghanistan. Die aanvallen kostten vorig jaar het leven aan vier medewerkers van het antimijnenbureau ATC in de hoofdstad Kabul. Hun kantoor werd door een bom geraakt. Bij ATC werken 1300 mensen, in geheel Afghanistan zijn bijna 5000 mensen actief in het ruimen van mijnen. Al hun activiteiten werden bij het begin van de aanvallen gestaakt.

ICBL heeft in december tijdens een conferentie over de wederopbouw van Afghanistan aandacht gevraagd voor de tekortschietende fondsen voor mijnruimingsactiviteiten in Afghanistan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer