’Kaasschaaf bedrijven werkt nauwelijks meer’
Bijna driekwart van de middelgrote bedrijven in geldnood probeert daaruit te komen door naar de kaasschaaf te grijpen. Maar dat helpt nauwelijks nog. Directies kunnen zich beter richten op het schrappen van de verliesgevende onderdelen in de onderneming.
Deze dinsdag gepubliceerde conclusie trok adviesbureau KPMG na een onderzoek deze zomer onder ruim tweehonderd ondernemingen. De verantwoordelijke bestuurders hebben te veel oog voor kostenbesparende maatregelen. Ze schenken te weinig aandacht aan een structurele oplossing, zoals het schrappen van verlieslatende activiteiten.
Juist een fundamentele aanpak kan bedrijven uit de financiële nood helpen, lichtte onderzoeker Peter Lieth van KPMG dinsdag toe. „Waar ligt de kracht van een bedrijf? Waar komen de hoogste inkomsten vandaan? Wat zijn de bijdrages van de kernactiviteiten? Dat zijn de essentiële vragen. De antwoorden leveren doorgaans meer op dan een bezuinigingsmaatregel die op elke afdeling de kosten met 10 procent omlaag moet brengen."
Het innen van geld bij afnemers, het later betalen van leveranciers en het afkondigen van een investeringstop kunnen bedrijven in geldnood eveneens wat lucht brengen, maar vaak is hier anno 2003 de rek eruit. „Bovendien is het bellen van klanten om snel te betalen vaak een beetje eng. Ondernemers doen dat niet graag", aldus Lieth.
Bedrijven moeten niet alleen hun organisatie beter onder de loep nemen, maar ook keuzes maken. Een onderdeel verkopen kan een onderneming financiële ruimte verschaffen, mits ze de opbrengst stopt in een verbetering van de bedrijfsstructuur. Doet ze dat niet, dan resteert in veel gevallen slechts een faillissement of een zogenoemde defensieve overname voor 1 euro, waarbij ook de schulden bij de nieuwe eigenaar terechtkomen.
Veel ondernemers erkennen door fouten in de problemen te zijn geraakt, zo blijkt uit het onderzoek. Te laat ingrijpen veroorzaakt de malaise. Belangrijke signalen, zoals een vermindering van opdrachten en een omzetdaling, zien de managers wel, maar zij verzuimen vervolgens maatregelen te treffen, aldus KPMG.