Kerk & religie

125 jaar Leger des Heils: Er zijn nog veel majoor Bosshardts

De Nederlandse afdeling van het Leger des Heils bestaat vandaag 125 jaar. Een gesprek met twee medewerkers. „Als je ziet dat er nood is, moet je iets doen.”

Reinald Molenaar
9 May 2012 22:52Gewijzigd op 14 November 2020 21:00
Een kledingwinkel van het Leger des Heils. Foto Leger des Heils
Een kledingwinkel van het Leger des Heils. Foto Leger des Heils

Het duurzame winkelconcept 50|50, de catering van een sportcentrum en workshops op het gebied van zang, dans, beeldende kunst en muziek; het innovatieve karakter van het Leger des Heils is al die jaren aanwezig geweest.

Dat willen communicatieadviseur Diana Kroeze en Cornel Vader, directeur van de Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg, direct duidelijk maken. Het Leger is hip. Kroeze: „William Booth, de grondlegger van het Leger in Engeland, trok rond de vorige eeuwwisseling in zijn land veel publiek met een ”motorcar campaign”. Daarbij kreeg hij veel mensen op de been, omdat een auto in die tijd nog een zeldzaamheid was. Zo probeerde hij mensen met het Evangelie te bereiken.”

Ook volgens Cornel Vader is er inhoudelijk niet veel veranderd ten opzichte van 125 jaar geleden. „Ik denk dan aan de ”match factories”, de luciferfabrieken, die door Booth werden opgezet in Engeland. Hij zorgde ervoor dat de ongezonde productie van lucifers verbeterde door schone materialen te gebruiken. Dit lijkt heel erg op wat wij tegenwoordig doen met het concept 50|50, waarbij hoogwaardig voedsel en een eigen kledinglijn worden geproduceerd. Zo worden cliënten, bijvoorbeeld ex-drugsverslaafden, klaargestoomd voor de arbeidsmarkt.” Die praktische instelling is volgens Vader een van de meest in het oog springende karaktertrekken van de grondleggers van het Leger. „Als je ziet dat er nood is, moet je iets doen. Met hart en hand. „Ga en doe iets”, dat was en is het motto”, aldus Vader.

Gala

Vrijdagavond organiseert het Leger des Heils het Majoor Bosshardt Jubileum Gala in de Westergasfabriek te Amsterdam. Koningin Beatrix zal erbij aanwezig zijn. Een dergelijk evenement lijkt niet direct te passen bij een organisatie die bij het grote publiek toch vooral bekend is vanwege haar inzet voor dak- en thuislozen. Waarom is er toch gekozen voor zo’n evenement? „Het gala is een professionele productie”, vertelt Vader. „Belangrijk is daarbij dat er honderden cliënten van het Leger bij betrokken zijn. Zij zijn in de aanloop naar dit evenement uitgedaagd om hun creativiteit aan te spreken.” „Het meedoen aan de voorbereidingen en de productie geeft een enorme impuls aan het hulpverleningstraject van de cliënten”, voegt Kroeze eraan toe. „De meesten van hen hebben nog nooit applaus gekregen, en nu mogen ze optreden voor de koningin. Dat doet wat met hen.”

Het gala is genoemd naar Majoor Bosshardt. Vader: „Het evenement is gestoeld op haar gedachtegoed. De majoor –die overigens veel langer luitenant-kolonel was– was heel laagdrempelig. Ze kende iedereen in Amsterdamse binnenstad, prostituees, winkeliers, ambtenaren. En niet alleen van gezicht, maar ook bij naam. Die persoonlijke benadering, waar zij zo goed in was, willen wij vasthouden.”

Rivers of Babylon

Van een aanvankelijk kerkelijke organisatie ontwikkelde het Leger des Heils zich al snel tot een maatschappelijke instelling. De kerkelijke afdelingen –de korpsen– zijn echter altijd behouden gebleven. „Daarnaast hebben alle 6000 medewerkers in hun arbeidsovereenkomst bevestigd dat zij een christelijke levensovertuiging hebben”, zegt Vader. Eveneens in de vrijwilligersovereenkomst is zo’n clausule opgenomen. „Maar mensen die hun handen uit de mouwen willen steken en niet christelijk zijn, doen bij ons ook mee. Het Leger is er altijd voor iedereen geweest. Mensen ontdekken al snel dat je door te geven, zelf ook ontvangt. Dat is een Bijbels gegeven dat hen aan het denken kan zetten.”

Cliënten komen in de opvangcentra ook in aanraking met de Bijbelse boodschap, vertellen Kroeze en Vader. Praktische hulp staat echter voorop. „In het restaurant op het hoofdkantoor in Almere hangt een uitspraak van William Booth: „Een lege maag heeft geen oren.” Vanuit die gedachte ging het Leger vaak met soep de straat op”, vertelt Vader. „Zelfs onlangs nog trouwens, toen de dijken in Groningen dreigden door te breken”, zegt Kroeze. Als de hongerige magen zijn gevoed, komt zingeving aan de orde. „Niet alleen vanuit de Bijbel”, stelt Kroeze. „Er wonen in onze centra ook moslims, die ramadan houden. Zij krijgen dan op andere tijdstippen te eten. Daar is alle ruimte voor.”

Bij de korpsen gaat de Bijbel open. Ze zijn in 300 buurten in Nederland aanwezig. „Cliënten zijn niet verplicht om naar de korpsen te gaan”, aldus Vader. „Als ze er komen, worden ze wel direct betrokken bij de samenkomst. Bijvoorbeeld door te vragen of ze stoelen en tafels willen klaarzetten.” Zelf behoort Vader tot „de derde generatie van heilssoldaten.” Zijn ouders en grootouders waren ook bij het leger. In zijn jonge jaren kwam het geloof verder van Vader af te staan. „Maar door de muziek ben ik bij het korps gebleven. Dat ene lijntje was voor God precies genoeg.”

Ook voor nieuwkomers kan de muziek een middel zijn om door te praten over het geloof. „Als we bijvoorbeeld zingen over de ”Rivers of Babylon” van zanger Bobby Farrell, heb je direct een link naar het verhaal van de Joden in ballingschap die ook in een deplorabele toestand verkeerden, net als veel van onze cliënten.” Al gaan cliënten meestal niet rechtstreeks naar de korpsen, de weg naar de opvangcentra weten zij wel te vinden. En anders helpen andere instanties hen daar wel bij.

Is het werk niet vaak moedbenemend? „Bij ons is 90 procent van alle werknemers blij met zijn werk. Als je bent aangeraakt door God, wil je wat doorgeven. Dat zie ik ook bij jonge mensen. Wat dat betreft zijn er nog heel veel majoor Bosshardts.”


Achtergrond

Het Leger des Heils werd in 1865 in Engeland opgericht door de predikant William Booth (1829-1912). Vandaag 125 jaar geleden vond de eerste Nederlandse bijeenkomst plaats. Booth, lange tijd voorganger van een methodistische geloofsgemeenschap, sloot zich in 1865 aan bij een werkgroep die zich bezighield met evangelisatie onder de armen in Oost-Londen. Vanuit deze werkgroep ontstond The Christian Mission, die vanaf 1878 The Salvation Army heette.

Booth deed er alles aan om het leger ook in het buitenland bekendheid te geven. In 1886 legde hij contacten met Nederlanders om een vestiging in Amsterdam te beginnen, zo staat te lezen in het boek ”Met de vlag in top, de geschiedenis van het Leger des Heils in Nederland (1886-1946)”, van Johan Ringelberg.

De eerste Nederlandse heilssoldaat was Gerrit Juriaan Govaars. Govaars kreeg op 21-jarige leeftijd een Franse Strijdkreet, de krant van het leger, in handen. Geënthousiasmeerd door het blad, organiseerde Govaars met enkele anderen op 8 mei 1887 de eerste Nederlandse samenkomst van het Leger des Heils, aan de Gerard Doustraat in Amsterdam. Nu telt de kerkelijke afdeling van het leger zo’n 6000 leden.

„Als kerk is het Leger des Heils redelijk uniek, maar ze vindt wel aansluitingen bij de methodistenkerk en ook bij het Reveil”, vertelt Cornel Vader, directeur van de Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg. De organisatie werd al snel een „leger” genoemd. „Dit onder andere omdat veel mensen vanuit defensie zich aansloten bij Booth, maar ook omdat de heilssoldaten zich gedwongen voelden om aan hun roeping gehoor te geven, zoals je ook gedwongen was het leger in te gaan als jongeman.”

Op dit moment is het leger actief in 126 landen. In Nederland zijn er zo’n 6000 mensen in dienst. Ondanks de economische crisis zijn er bij het leger geen gedwongen ontslagen gevallen, vertelt communicatiemedewerker Diana Kroeze. „Maar de bezuinigingen gaan ons ook treffen”, voegt ze eraan toe.

In de afgelopen 125 jaar is er nauwe samenwerking met de overheid ontstaan. Vader: „De overheid luistert echt naar ons, omdat wij informatie kunnen geven over de onderkant van de samenleving waarin we actief zijn. Op jaarbasis vangen wij zo’n 35.000 mensen op in onze centra. Wij kunnen goed zien welk effect bepaalde overheidsbesluiten hebben op deze groep, en daar is de overheid benieuwd naar.”

Een voorbeeld daarvan is de verruiming van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ), een paar jaar geleden. Hierdoor kunnen maatschappelijke instellingen zorg regelen voor hun cliënten. „Het aantal daklozen is mede hierdoor aanzienlijk verminderd”, stelt Vader. Contact met de overheid is er op diverse niveaus. Nationaal, met de ministeries van Gezondheidszorg, Welzijn en Sport, van Justitie en van Sociale Zaken. „Maar ook met de lagere overheden, bijvoorbeeld over het organiseren van postadressen van daklozen. Dat is vaak een hele papieren rompslomp.”


Bosshardtgala

In aanwezigheid van koningin Beatrix vindt vrijdagavond het Majoor Bosshardt Jubileum Gala plaats in de Westergasfabriek te Amsterdam. Tijdens het gala zullen diverse kandidaten uit het werkveld van het Leger des Heils optredens verzorgen. Ook wordt de jaarlijkse Majoor Bosshardt Prijs op deze avond uitgereikt. De prijs staat symbool „voor onbaatzuchtigheid, liefde voor mensen en betrokkenheid bij de samenleving.” In 2010 won prinses Laurentien de prijs, vanwege haar inzet voor mensen die moeite hebben met lezen en schrijven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer