Gletsjers Latijns-Amerika smelten
De gletsjers in Peruaanse Andes zijn de afgelopen twintig jaar ongeveer eenvijfde kleiner geworden. De opwarming van de aarde doet de waardevolle ijsvlakten in Latijns-Amerika nog sneller verdwijnen dan vroeger werd aangenomen.
Zo is er van de ijskap op de Popocatépetl, een 5500 meter hoge vulkaan in de buurt van Mexico-stad, nog maar 30 procent over in vergelijking met 1950.
Experts spreken al niet meer over ”eeuwige ijsmassa’s” als ze het hebben over de gletsjers in Latijns-Amerika. De gletsjers worden zienderogen kleiner en niemand weet of er nog tijdig een ommezwaai komt. Dat is dramatisch, want de ijsvlakten in hoge bergdalen spelen een belangrijke rol bij de waterhuishouding in droge streken.
De Latijns-Amerikaanse gletsjers smelten bovendien steeds sneller weg. Wetenschappers in Mexico hebben vastgesteld dat het proces in hun land sinds 2000 in een stroomversnelling is gekomen. Volgens Patricia Julio, een onderzoeker aan het Geologisch Instituut van de Autonome universiteit van Mexico, kan wat er de komende winter gebeurt met de ijskap van de Popocatépetl al beslissend worden voor het voortbestaan van een de meest zuidelijk gelegen gletsjers op het noordelijk halfrond. De witte pracht van de ’berg die rookt’ heeft de laatste jaren te lijden onder vulkanische activiteit.
Maar de wetenschappers stellen dat de opwarming van de aarde en de gevolgen van andere menselijke activiteiten al langer aan de gletsjer knabbelen en de schade nog veel erger maken.
Peru, dat doorsneden wordt door de hoge bergruggen van de Andes, is een paradijs voor glaciologen: alle Peruaanse gletsjers samen beslaan 470.000 hectaren. Maar ook in Peru smelt die gigantische verstijfde zoetwatervoorraad steeds sneller weg. Volgens Jorge Alvarez van de niet-gouvernementele milieuorganisatie Patronato de Defensa del Patrimonio Natural y Cultural, is er op de Huascarán, de bekendste bergreus in Peru, in 30 jaar tijd 12,8 vierkante kilometer ijs verdwenen, ongeveer 40 procent van de totale oppervlakte.
„Dat kan zowel onmiddellijk als op middellange termijn catastrofale gevolgen hebben”, zegt Carmen Felipe, de voorzitter van het Instituut voor Waterbeheer. Op korte termijn kunnen de massa’s smeltwater stuwdammen doen barsten en modderstromen veroorzaken. Als later het meeste ijs weg is, zal de landbouw in lagergelegen streken niet meer genoeg water krijgen.
De problemen zijn niet kleiner in het uiterste zuiden van de Andes, in een uitgesproken koude klimaatgordel. Wetenschappers richten daar vooral hun aandacht op de zuidelijke ijsvelden in Patagonië, een regio die zich uitstrekt over het zuiden van Chili en Argentinië. De gigantische gletsjer, met 13.000 vierkante kilometer enkel overtroffen door de ijsmassa’s op de Zuidpool, heeft tussen 1945 en 1986 50 vierkante kilometer moeten inboeten. Tussen 1991 en 1993 daalde de gemiddelde dikte van het ijspak met 14 meter. Volgens de universiteit van Chili gaat het smelten ook hier steeds sneller. Wetenschappers waarschuwen dat dit onder meer moeilijk in te schatten gevolgen kan hebben voor het klimaat.