Commentaar: Internetfilter geen luxe
Waarom moeten winkeliers bij de kassa aan jongeren vragen zich te legitimeren als die alcoholische drank willen meenemen? Laten ouders zelf bij de voordeur van hun woning gaan staan om te kijken of hun zoon sterke drank meebrengt. Waarom zouden bij filmzalen portiers controleren of pubers wel de vereiste leeftijd van zestien of achttien jaar hebben? Laten ouders zelf hun kinderen begeleiden.
Zomaar twee voorbeelden waar de overheid regels stelt om jongeren te behoeden voor dingen die niet goed voor hen zijn. En terecht. Het is zelfs de taak van overheden om mensen te beschermen tegen het kwaad.
Helaas zijn er ook gebieden waar de overheid die taak geheel of gedeeltelijk laat liggen. Terwijl regulering beslist geen overbodige luxe zou zijn. Iedereen weet bijvoorbeeld dat het bekijken of lezen van pornografisch materiaal jongeren –maar ook ouderen– negatief beïnvloedt en meer dan eens lijdt tot wangedrag. Datzelfde geldt voor gewelddadige computerspellen. Rapport op rapport, studie op studie toont dat aan. Desondanks is de overheid niet bereid daar krachtig tegen op te treden.
Sterker, veiligheidskleppen die derden inbouwen, worden buiten werking gesteld. Dat bleek gisteren bij het debat in de Eerste Kamer over de nieuwe Telecomwet. Uitgangspunt voor de regering is dat er in Nederland vrije toegang tot internet moet zijn. Dat wil ze in de wet vastgelegd hebben. Wie dat streven afzet tegen de praktijk in dictatoriale landen waar de overheid bepaalt en controleert wat op internet gebeurt, kan dat begrijpen.
Neveneffect is echter dat het werk van providers die gefilterd internet aanbieden feitelijk onmogelijk wordt gemaakt. Zij mogen straks niet langer bepalen wat klanten wel of niet kunnen bezoeken, zelfs niet als de gebruikers om die filtering vragen. Willen mensen gefilterd internet, dan zullen ze zelf een filter moeten installeren. Nadeel is echter dat ouders dan veel minder greep hebben op hetgeen hun kinderen zien, omdat deze vorm van filtering veel gemakkelijker is te omzeilen.
Gelukkig is er dinsdag in de Senaat bij de minister op aangedrongen te bezien of er voor bepaalde vormen van filtering waar klanten expliciet om vragen een uitzonderingsregeling kan komen. Minister Verhagen heeft toegezegd met voorstellen te komen. Dat is positief, al blijft er een flink stuk onzekerheid, zowel voor de stemming van volgende week als voor de verdere toekomst. Wat gebeurt er straks als er een bewindsman komt die individuele keuzevrijheid en vrijheid van meningsuiting zo hoog in het vaandel heeft staan dat het onaantastbaar is geworden voor controles? Dan zal de toezegging van Verhagen snel in de onderste la verdwijnen.
Bovendien is het jammer dat deze tegemoetkoming weer het karakter heeft van een uitzonderingsbepaling, terwijl het om een zaak gaat die normaal en nuttig is voor de samenleving. Dat typeert het geestelijk klimaat. Het gaat hier niet om het wel of niet voortbestaan van een filtervoorziening, maar om een diepe geestelijke kloof in de opvattingen over de vrijheid van meningsuiting. Dat moet ons te denken en te bidden geven.