Hun advocaat, M. Marangoz, zei maandag dat hij nog geen enkel honorarium voor zijn diensten heeft ontvangen. „Als ik vrijdag een deel van het afgesproken bedrag niet heb gekregen, ga ik niet naar de rechtbank om hen te verdedigen.”

Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil niet specifiek op de zaak ingaan. Wel zei een woordvoerster dat het ministerie en de ambassade kunnen bemiddelen met advocaten over de betalingen en kunnen helpen met het overmaken van voorschotten.

De politie hield in juni zeven Nederlandse toeristen, vijf vrouwen en twee mannen, aan in een hotel in de Zuid-Turkse stad Antalya. Die hadden op het moment van hun arrestatie de heroïne in hun koffers zitten. Inmiddels zijn twee vrouwen vrijgelaten.

Naast de Nederlanders werden in juni in verband met deze zaak ook nog Turken aangehouden. Die zouden de Nederlandse vrouwen als koerierster hebben willen inzetten om de heroïne Turkije uit te smokkelen. De vrouwen zouden daarvoor 25.000 tot 34.000 euro krijgen.

Volgens de Turkse justitie organiseerde een van de aangehouden Turken de smokkel. Hij verbleef geregeld in Nederland en kwam drie maanden geleden met twee vrienden in Turkije aan. Sindsdien observeerde de politie hem. Justitie vermoedt dat de bende al eerder vrouwen als drugskoerierster heeft ingeschakeld.

Volgens Marangoz worden de vrouwen concreet verdacht van drugssmokkel naar het buitenland. In Turkije betekent dat minimaal achttien jaar gevangenisstraf. „Tenzij de hoofdverdachten erkennen dat zij de Nederlandse vrouwen als koerierster hebben gebruikt”, stelt de raadsman. Dan kan de straf lager uitvallen.

De Turkse autoriteiten beschouwen de 47-jarige Y. C. uit Schiedam als hoofdverdachte. Deze Nederlander van Turkse afkomst heeft van 1997 tot 2001 al in Nederland in de gevangenis gezeten wegens het invoeren van 12 kilo heroïne. Hij moet ook op 26 augustus terechtstaan.