Dat bleek maandag uit het wekelijkse webmagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Circa 35 procent gebruikt internet om wat rond te struinen. Daarna volgt het binnenhalen van muziek en spelletjes (zo’n 25 procent) en het winkelen via internet (ruim 20 procent). Aan het bezoeken van internetpagina’s van de overheid en het deelnemen aan gespreksgroepen (chatten) besteedt minder dan 20 procent tijd.

Hoe mensen internet gebruiken, verschilt per leeftijdscategorie. Onder jongeren tot 25 jaar zijn chatten, surfen en het binnenhalen van spelletjes, muziek en software veel populairder dan onder ouderen.

Bijna twee van de drie Nederlanders van twaalf jaar en ouder hebben thuis een internetaansluiting. Driekwart van hen internet maandelijks. Jongeren, hoger opgeleiden en mannen internetten het meest. Van de jongeren tot 25 jaar surft ruim driekwart wekelijks op het net. Bij 55-plussers is dat ongeveer de helft.