De AEX-index in Amsterdam stond omstreeks 11.45 uur 0,9 procent lager op 298,10 punten. Ook de beurzen in Parijs en Frankfurt hielden de verliezen beperkt tot ruim 1 procent. De Europese eenheidsmunt bleef ook grotendeels overeind: de euro noteerde vanmorgen 1,3004 dollar, tegen 1,3089 dollar vrijdagmiddag.

Aanvankelijk was gerekend op grotere verliezen omdat beleggers zouden vrezen dat door de verkiezingsuitslagen de aanpak van de eurocrisis in gevaar komt.

Gisteren won in Frankrijk de socialist François Hollande de presidentsverkiezingen. In zijn campagne riep Hollande ertoe op de economische groei in het land aan te jagen, in plaats van alleen te bezuinigingen om daarmee het tekort van het land in te perken. De kersverse president wil daarom heronderhandelen over het Europese stabiliteitspact dat de begrotingstekorten aan banden moet leggen.

In Griekenland betaalden de huidige coalitiepartners, Nieuwe Democratie en Pasok, de tol voor de draconische bezuinigingen die zij hun land in het vooruitzicht hebben gesteld. De traditioneel grootste partijen van het land behaalden tijdens de verkiezingen net geen meerderheid.

Mede doordat kredietbeoordelaar Standard & Poor’s (S&P) vanmorgen herhaalde dat de winst van Hollande geen direct effect heeft op de kredietbeoordeling (nu AA+) van het land, zorgden de verkiezingsuitslagen voor weinig reactie op de obligatiemarkten. De rente op tienjarige Franse staatsobligaties noteerde met 2,85 procent ongeveer hetzelfde niveau als vrijdag, al liep het verschil met het rendement op Duitse obligaties wel licht op door een daling van de Duitse rente. Ook de rente voor Zuid-Europese landen liep licht op.

Economen van de Amerikaanse bank Citigroup stelden vanmorgen in een rapport dat na gisteren de kans is gegroeid dat de nieuwe Griekse regering haar begrotings- en hervormingsdoelen zal missen. Daarmee stijgt, zo meent Citigroup, ook de kans dat Griekenland het komende jaar de eurozone verlaat tot 50-75 procent, waar eerder werd uitgegaan van 50 procent.