Een tikje fout tijdens de oorlog
De –op feiten gebaseerde– boeken over Hanna, Lotte en Fritzi bewijzen dat het mogelijk is nog iets over de Tweede Wereldoorlog te schrijven dat ertoe doet. En dat komt niet in het minst door de hoofdpersonages, die misschien niet helemaal zuiver, maar ook verre van kleurloos zijn.
De tijd dat oorlogsboeken goeddeels gingen over goede Nederlanders enerzijds en slechte Duitsers anderzijds is voorbij. Dat beeld is ingehaald door de realiteit. De rauwe realiteit, waarin zowel Hanna uit ”Hanna’s reis” van Martine Letterie, Fritzi uit ”21 juli” van Anne Voorhoeve en Lotte uit ”Een andere wereld” van Monique Polak het slachtoffer zijn van een afgrijselijke oorlog.
Maar de hoofdpersonen in deze drie boeken hebben meer met elkaar gemeen dan dat. Ze doen alle drie in meer of mindere mate denken aan Arnold, de zoon van een NSB’er uit het in 1979 verschenen ”Oorlog zonder vrienden” van Evert Hartman. Het was het eerste Nederlandse jeugdboek waarin de hoofdpersoon niet anti-Duits is. Ook Hanna, Fritzi en Lotte hebben een fout randje – en bij de een is dat wat scherper dan bij de ander.
Hanna’s vader staat bekend als Jesaja de jatter. Zelf is ze ook geen lievertje. Dankzij roekeloze weddenschappen –tot aan „wie durft een Duitse soldaat te zoenen” toe– moet Hanna naar een Joods tehuis voor moeilijk opvoedbare kinderen op het terrein van het Apeldoornsche Bosch in Apeldoorn.
Lottes vader tekent cartoons voor De Telegraaf, die soms kritisch zijn richting Hitler. Om te overleven in het Tsjechische concentratiekamp van Theresienstadt moet hij meewerken aan een propagandafilm die de buitenwereld wil doen geloven dat Theresienstadt een goed oord is. Lotte heeft het daar moeilijk mee, maar beseft uiteindelijk dat hij geen keus heeft en dat zij hetzelfde zou doen.
Fritzi is de meest dubieuze figuur van de drie. Ze verraadt tijdens een zomerkamp van de Hitlerjugend de Poolse gastarbeider Piotr omdat hij eten steelt – en dat wordt hem fataal. Ze is geschokt als ze ontdekt dat haar tante Lexi een halve Jodin is en schrikt nog heviger als blijkt dat haar familie achter de mislukte aanslag op Hitler zit. Fritzi laat zich in het boek in haar binnenste kijken, en dat maakt haar zo enorm boeiend. Ze herinnert zichzelf als kind dat op school hoort over halfjoden, kwartjoden en achtstejoden en dan aan de keukentafel „liefdevol (…) de in vieren en achten verdeelde cirkels” inkleurt. Ze laat ons meeluisteren naar de woorden van Ellen –leidster van het zomerkamp– die echoën in haar oren.
Maar Fritzi ontwikkelt zich. Haar rotsvaste geloof in ”de Führer” wankelt. Doordat ze op aanraden van haar familie goed om zich heen kijkt, ziet ze steeds scherper dat ze aan de verkeerde kant staat.
Alle drie de boeken zijn gebaseerd op historische feiten en historische figuren. Het eigengereide karaktertje Hanna uit het boek van Letterie staat voor Margaretha Swart. Hanna doet ongeloofwaardige dingen –zoals ontsnappen uit de inrichting– die haar alter ego ook werkelijk heeft gedaan.
Fritzi en haar ouders uit Voorhoeves boek zijn fictief, in tegenstelling tot haar familieleden Von Lautlitz, die model staan voor de familie Von Stauffenberg die achter de aanslag op Hitler van 20 april 1944 zat. De jacht van het Duitse regime op de hele familie –die een groot deel van het boek vult– is niet zo bekend als de aanslag zelf, maar net zo historisch.
De in Canada woonachtige Polak put voor het boek uit haar eigen geschiedenis. Haar moeder stond model voor Lotte en Lottes vader is in feite Telegraafcartoonist Jo Spier, Polaks grootvader.
Elk van de drie boeken heeft zijn sterkte punten en zwaktes. Letterie schetst secuur hoe steeds meer regels de Joden in Nederland –lees de familie van Hanna– treffen. Ook al zit Hanna een eind weg, het is beklemmend om te lezen dat er wéér een familielid is opgepakt en richting Westerbork of „het oosten” is verdwenen. Toch blijft het boek uiteindelijk wat ver van de lezer afstaan. Dat komt vooral doordat Letterie haar boek afwisselend vanuit het perspectief van Hanna en vanuit dat van Jan, een jongen die op station in Apeldoorn werkt, schrijft. In het laatste, beslissende hoofdstuk laat ze de lezer door zijn bril kijken: hij ziet de trein met Hanna en alle anderen uit het Apeldoornsche Bosch vertrekken. Letterie wilde door dit slot uiteraard het leed wat afzwakken –want Hanna zal het niet overleven–, maar hierdoor lijkt het verhaal van de hoofdpersoon niet afgerond.
Voorhoeve is sterk in het stileren. Ze schrijft soms associatief, laat dingen onuitgesproken en houdt belangrijke informatie –wat er precies rond Piotr is gebeurd– achter tot aan het een na laatste hoofdstuk. Dat maakt haar boek, dat in de markt is gezet als ”young adult”, tot een boek voor geoefende oudere lezers (en volwassenen). Voorhoeve laat haar talent –dat ze al liet zien in ”Liverpool Street”– wat overschaduwen door de wijdlopig beschreven voet- en treintochten naar en het verblijf in de diverse gevangenissen, kampen en andere oorden. Samen met de veelheid aan personages maakt dat het boek een tikje taai, alle mooie episodes en het prachtige hoofdpersonage ten spijt.
Polaks boek, dat eerder in Amerika verscheen, laat meer delen in de ellende dan ”21 juli” doet. Daarbij speelt natuurlijk mee dat de familie Von Lautlitz uit het laatste boek zogenaamde eregevangenen waren die meer privileges hadden. ”Een andere wereld” tekent scherp hoe de nazi’s van Joden hoopjes ellende met vette haren en gehavende lichamen maakten, die hun behoefte soms van ellende in de modder en regen lieten lopen. Ook ogenschijnlijke kleinigheden laten het onmenselijke leed zien. Lottes moeder zegt bijvoorbeeld „hallo” in plaats van „dag”, omdat dat laatste te pijnlijk is als transporten naar dodenkampen en het bijbehorende afscheid op de loer liggen.
Dat maakt ”Een andere wereld” tot het meest overtuigende jeugdboek van de drie. Het komt dichter bij de lezer dan ”Hanna’s freis”, is minder breedsprakig dan ”21 april”, maar mijdt onmogelijke dilemma’s niet. Dat zijn fijne eigenschappen voor een boek dat jongeren wil raken.
Boekgegevens
”21 juli”, door Anne Voorhoeve; uitg. Callenbach, Utrecht, 2012; ISBN 978 90 266 0190 3; 368 blz.; € 18,95;
”Hanna’s reis”, door Martine Letterie; uitg. Leopold, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 258 5928 2; 176 blz.; € 14,95;
”Een andere wereld”, door Monique Polak; uitg. De Fontein, Utrecht, 2012; ISBN 978 90 261 3245 2; 207 blz.; € 14,95.