Commentaar: Bezinning op vrijheid geen luxe
Opnieuw viert ons land vandaag Bevrijdingsdag. Voor de 67e keer. Met recht kan dus gesproken worden van een lange traditie. Daarmee is tegelijk het gevaar aangewezen: lang bestaande tradities kunnen uitgesleten raken. Niemand weet er meer echt goed raad ermee. Met als gevolg dat men vaak de meest dwaze dingen bedenkt om het gebruik nog enige inhoud te geven. Waardoor het juist vaak inhoudsloos wordt.
Wie nu de programma’s van bevrijdingsfestiviteiten bekijkt, bespringt soms de vraag: Wat heeft dit nog met de herdenking van de bevrijding van het Duitse juk te maken? Popfestivals, dansfeesten, filmfestivals, ze zijn qua inhoud vaak ver verwijderd van de Tweede Wereldoorlog en dragen ook niet bij aan de bezinning op de herkregen vrijheid.
Aan de andere kant zijn er tal van mensen voor wie 5 mei een dag is als alle andere; waarop ze geen moment denken aan de verlossing van de Duitse heerschappij. Hun leven gaat gewoon door, alsof er in het verleden niets is gebeurd. Hooguit vinden ze het prettig dat er eens in de vijf jaar niet gewerkt hoeft te worden.
Aan die vervlakking draagt ook bij dat de generatie die de Bevrijding in 1945 daadwerkelijk heeft meegemaakt, snel uitdunt. Je moet al ruim de zeventig zijn gepasseerd, wil je je nog goed het binnentrekken van de geallieerden kunnen herinneren. Met andere woorden: het aantal mensen dat de intense ervaring heeft beleefd van onvrij weer vrij te worden, slinkt snel.
Toch is het van belang dat ook jongere generaties op Bevrijdingsdag stilstaan bij wat vrijheid werkelijk inhoudt. Dat geldt zeker omdat vrijheid vandaag de dag voor velen synoniem is met volstrekt individualisme en onbeperkte ongebondenheid. Met als gevolg dat we in maatschappelijk klimaat leven waarin op begrippen zoals orde, regels en wetten een taboe rust.
Wie eerlijk nagaat waar die ongetemde vrijheid ons heeft gebracht, komt al snel tot de conclusie dat er weinig echt positieve punten te noemen zijn. Terwijl de negatieve effecten voor het oprapen liggen: weeldezucht, egoïsme, gezagsproblemen enzovoort. Zo is ruim zestig jaar na de Bevrijding de westerse samenleving gevangen in een draaiklok van decadentie.
De samenleving heeft nu juist grote behoefte aan herbezinning op het begrip vrijheid. De gedachte dat ongebondenheid en genot de ultieme invulling van vrijheid zijn, moet worden overwonnen. De beroemde wetenschapper Albert Einstein zei eens: „Volledige vrijheid is onverenigbaar met beschaving.” De moderne mens moet dus weer leren dat er alleen met en in vrijheid valt te leven als er grenzen aan haar zijn gesteld. Ongebondenheid leidt immers tot chaos.
Bij die herbezinning kunnen christenen een belangrijke rol vervullen. De hervormde theoloog dr. J. Koopmans, die kort voor de Bevrijding dodelijk werd getroffen door een verdwaalde kogel, schreef: „Vrijheid wil niet zeggen: eigen heer en meester zijn. Het betekent: van een slechte meester tot een goede heer te zijn overgegaan. De duivel is een hard heer, maar Jezus Christus is een goede Meester.”
Ter overdenking op 5 mei 2012.