Voorzitter comité 4 en 5 mei: Stilte op de Dam is indrukwekkend
Ze woont vanavond als voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei voor de derde keer de Nationale Dodenherdenking in Amsterdam bij. Het is zeker niet de enige bestuursfunctie die J. M. Leemhuis-Stout (65) vervult.
Omstanders identificeren vooroplopen vaak met geldingsdrang, is haar ervaring. „Misschien was ik daar twintig jaar geleden meer mee behept dan nu. Met het klimmen der jaren ben ik milder geworden.”
Leemhuis is een drukbezette vrouw. Het gesprek in het stadhuis van de gemeente Schiedam, de stad waar ze waarnemend VVD-burgemeester is, heeft tussen twee vergaderingen plaats. Na veertig minuten moet ze alweer naar de volgende afspraak. Het tekent Leemhuis. Ze is rechtdoorzee, wat door anderen soms wordt uitgelegd als een tikkeltje arrogant. En ze laat zich niet snel gek maken door de omstandigheden. Mogelijk is het gewoon de nuchterheid van de geboren Groningse, grootgebracht met het liberale gedachtegoed.
Welke herinneringen heeft u aan de Tweede Wereldoorlog?
„Ik ben net na de oorlog geboren. Eind jaren 50 bezocht ik het stedelijk gymnasium in Nijmegen, dat in de oorlog frontstad is geweest als geen ander. De nasleep van de strijd was er heel goed zichtbaar. Nog veel gebouwen waren verwoest, andere werden weer opgebouwd. De oorlog was verweven met de Nijmeegse samenleving.”
Leemhuis’ vader was actief in het verzet, maar haar ouders hebben haar daar nooit veel over verteld. „Het was niet abnormaal dat ouders daar niet over spraken met hun kinderen. Ook na de oorlog niet. Mijn ouders gaven me mee om me op de toekomst te richten. Leef niet te veel in het verleden, want daaraan kun je toch niets meer veranderen. Kijk vooruit en niet terug.”
De herdenking op 4 mei heeft toch juist alles te maken met terugblikken?
„Absoluut, maar dat is niet het enige. Het gaat om de verankering van herdenken en vieren in de samenleving en anderzijds om het levend houden van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Dat was ook het doel van het Nationaal Comité 4 en 5 mei toen het in 1987 werd opgericht.”
Leemhuis verwondert zich elk jaar weer over de indrukwekkende stilte op de Dam. „Het is uniek dat ruim 20.000 mensen zich verzamelen en rond acht uur zo muisstil zijn dat je alleen het klapwieken en koeren van de duiven hoort. Het is een intense stilte in de vorm van saamhorigheid en cohesie van een enorme mensenmassa die voor hetzelfde doel daar is.”
De gespeelde muziek bij de plechtigheid en de stilte hebben religieuze aspecten in zich. Wat doet dat u?
„Ook op het gebied van religie heb ik een liberale opvoeding gehad. Ik kan niet zeggen dat een religieus gevoel zich van me meester maakt als ik op de Dam sta. Ik ben comitévoorzitter en vanuit professioneel oogpunt ben ik vooral bezig met de vraag of alles ordelijk verloopt.”
Twee jaar geleden verstoorde een toeschouwer de herdenking door luidkeels te schreeuwen. Het was uw eerste optreden als voorzitter.
„Het was een heftig moment. We trokken ons met het koninklijk gezelschap snel terug. Het doel was om zo snel mogelijk weer terug te keren op de Dam. En dat kon gelukkig nadat bleek dat de verwondingen van omstanders meevielen. Dat kon eigenlijk niet op een mooier moment, want juist toen klonk het Wilhelmus uit meer dan 20.000 monden. Indrukwekkend.”
Hoe is de beveiliging geregeld?
„Bij een evenement van deze omvang moet je op alles bedacht zijn. Bovendien zijn er drie leden van het Koninklijk Huis aanwezig. Het knappe vind ik altijd dat de beveiliging nauwelijks zichtbaar is. Elke keer zien we kans de nadruk te leggen op de eerste generatie oorlogsgetroffenen en hun nauwe verwanten. Dat is al zichtbaar bij de opstelling in de Nieuwe Kerk. De eerste generatie zit vooraan. Heel bewust zitten koningin Beatrix en de autoriteiten opzij.”
Leemhuis heeft een indrukwekkende lijst bestuursfuncties op haar naam staan. Zo was ze dijkgraaf van Schieland, vanaf 1994 vijf jaar lang commissaris van de Koningin in Zuid-Holland en eveneens bestuurder op diverse maatschappelijke terreinen. Sinds 1 juli vorig jaar is ze waarnemend burgemeester van Schiedam.
U heeft wat met besturen.
„Samen met anderen na een gedachtewisseling tot een conclusie komen die ik dan mag formuleren, vind ik na bijna veertig jaar nog steeds een heel mooi vak. Mijn voldoening haal ik uit het mogen dragen van verantwoordelijkheid. Door de manier waarop ik vragen stel of conclusies trek, heb ik een vorm van invloed.”
Vindt u die invloed prettig?
„Invloed hebben is niet onaangenaam als je ziet dat hij ten goede komt aan de doelen waarvoor je staat. Als ik resultaten boek, krijg ik het idee dat alle ervaring die ik heb opgebouwd ten goede komt aan de samenleving.”
U zou liever de voorzet geven dan zelf te scoren.
„Als ik in een voetbalelftal zou spelen, zou ik de doelman willen zijn. Ik zou het een voorrecht vinden om de verantwoordelijkheid te dragen voor het feit dat ik als allerlaatste speler ervoor kan zorgen dat het duel voor mijn club toch nog goed afloopt.”
U gebruikt voortdurend het woordje verantwoordelijkheid. Dat heeft toch ook iets in zich van graag zelf willen scoren?
„Vanwege het ambt ben ik wellicht een spits, maar het is tien keer leuker om een ander in positie te brengen en met de eer te laten strijken dan dat zelf te moeten doen.”
Anderen zeggen over u dat u vanuit een zekere geldingsdrang liever stuurt dan bestuurt. Dus toch graag in de voorhoede?
„Dat hoeft elkaar niet uit te sluiten. Een goede doelman is heel belangrijk en kan de beste man van het veld zijn. Ik wil graag iets bereiken en ik vervul natuurlijk geen bestuursfunctie om er met de pet naar te gooien. Omstanders identificeren vooroplopen vaak met geldingsdrang. Misschien was ik daar twintig jaar geleden meer mee behept dan nu. Met het klimmen der jaren ben ik milder geworden.”
U zeilt graag op de Friese meren. Waarom?
„Zeilen heeft met vrijheid en spelen met de elementen te maken. De vrijheid van omgaan met de elementen op de manier zoals jij dat op dat moment prettig vindt. Bij het zeilen word ik niet afgeleid en het geeft me rust.”
Heeft dat trotseren van de elementen ook iets te maken met onverzettelijkheid?
„Ik zeil het liefst bij een wat hardere wind. Voor de wind varen is voor een beetje zeiler niet de leukste windrichting. Maar helaas heb ik die niet altijd in de hand.”
Wie is uw voorbeeld?
„Als tiener al had ik nooit, zoals veel leeftijdsgenoten, posters van filmsterren, popidolen of sporthelden boven mijn bed hangen. Wij zijn thuis heel autonoom opgevoed.”
Afgelopen zomer werd Leemhuis benoemd tot waarnemend burgemeester in Schiedam. Ze volgde Wilma Verver op, die na een rapport van het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten over haar functioneren –machtsmisbruik en vriendjespolitiek– het veld moest ruimen. De benoeming van Leemhuis ging niet zonder slag of stoot. Zo zou ze een vriendschappelijke band hebben met haar voorganger. Bovendien werkte de zoon van Leemhuis als medewerker kabinet bij de gemeente Schiedam toen zijn moeder als waarnemend burgemeester werd gevraagd.
Wat heeft de beschuldiging van vriendjespolitiek u gedaan?
„Ik ben na mijn benoeming door de Zuid-Hollandse commissaris van de Koningin gewoon aan het werk gegaan in Schiedam. Van de hele discussie rond mijn persoon en die van Verver heb ik geen last gehad. Alle mediaberichten hierover heb ik voor kennisgeving aangenomen. Van dergelijke beschuldigingen raak ik niet snel van de wijs.”
Kunt u zich voorstellen dat mensen vraagtekens hadden bij uw benoeming?
„Het staat iedereen vrij om daarover een mening te hebben. Als je bijna veertig jaar in het bestuursvak zit, hebben omstanders zich een mening over je gevormd. Als je een publiek ambt vervult, weet je dat het soms kan stormen. De beste remedie is om maar gewoon aan het werk te gaan. Zeker in Schiedam, want daar ligt een belangrijke taak.”
Uit het rapport rond de kwestie-Verver blijkt dat er een angstcultuur zou zijn onder ambtenaren op het Schiedamse stadhuis. Heeft u die kunnen wegnemen?
„Een situatie die zich in een gemeente al twintig jaar voordoet, kun je niet oplossen met het omdraaien van een knop. De gemeentesecretaris heeft de leiding over het proces van cultuurverandering in de ambtelijke organisatie. We zetten daarin grote stappen, maar zo’n omslag is niet van de ene dag op de andere geregeld.”
In oktober 1999 trad Leemhuis af als commissaris van de Koningin in Zuid-Holland. De provincie bankierde in die tijd met gemeenschapsgeld en had een miljoenenlening verstrekt aan handelshuis Ceteco. Dat ging vervolgens failliet en de provincie was een deel van haar geld kwijt. Leemhuis was op dat moment commissaris van de Koningin en had alle stukken getekend. Achteraf bleek uit onderzoek dat zij binnen Gedeputeerde Staten als enige tegen het geheime bankiersbesluit had gestemd.
Waarom trad u af?
„Weliswaar had ik geen schuld, maar ik voelde me wel verantwoordelijk. Niet als persoon, maar in het ambt van commissaris.”
U heeft de eer aan uzelf gehouden?
„Daar heeft het niets mee te maken. Als ik was aangebleven, zou ik door de Provinciale Staten en door de publieke opinie altijd met argusogen worden bekeken. Terecht of onterecht. Ik vind en vond dat Zuid-Holland een frisse start moest maken.”
Het moet pijn gedaan hebben wat de media over u schreven.
„Mensen schrijven, roepen, doen. Als ik voor mezelf weet welke lijn ik heb gekozen en waarom, dan is het goed en voelt het goed.”
U kreeg in 2003 een lintje. Voelde dat als genoegdoening?
„Ik kreeg een onderscheiding voor mijn totaal aan werkzaamheden tussen 1972 en 2001. Mijn periode bij de provincie is daar slechts een klein deel van.”
U weigerde in 1998 en in 2003 een minsterspost. Waarom?
„Ik ben bestuurder, geen politicus. Bovendien is het mijn overtuiging dat de jongere garde aan de beurt is om aan het roer te staan.”
Levensloop Joan Marika Leemhuis-Stout
Joan Leemhuis-Stout (VVD) werd op 29 juni 1946 in het Groningse Hoogezand geboren. Ze doorliep het gymnasium in Nijmegen en studeerde aan de Landbouwhogeschool in Wageningen. Ze was ambtenaar, bestuurder in het waterbeheer en vanaf 1984 de eerste vrouwelijke dijkgraaf. Momenteel is ze waarnemend burgemeester in Schiedam. Ze heeft tal van nevenfuncties, waaronder voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, voorzitter van de raad van toezicht van TNO en vicevoorzitter van het bestuur van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel. Ze is gehuwd en heeft een zoon.