PKN zet deur open voor VGKN
UTRECHT – De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) hield jarenlang de deuren gesloten voor predikanten van de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (VGKN). Nu zoekt ze toenadering tot de kerken die in 2004 geen deel wilden uitmaken van de PKN. De kerk stuurt aan op wederzijdse erkenning en kanselruil.
Lange tijd was het onbespreekbaar: voortgezette gereformeerde predikanten die zouden voorgaan in protestantse kerkdiensten. Het moderamen (synodebestuur) van de VGKN kreeg dan ook nul op rekest toen het voorjaar 2008 vroeg om wederzijdse erkenning van de ambten. Een zogenoemde associatieovereenkomst was voor de Protestantse Kerk niet bespreekbaar. Het moderamen van de PKN wilde alleen praten over toetreding van de 2900 leden tellende VGKN tot de Protestantse Kerk. De kansels bleven gesloten.
Voor ds. A. van Harten-Tip, woordvoerder van de VGKN, kwam het dan ook als een „verrassing” dat het synodebestuur van de PKN in januari opeens de deuren wijd open zette. Tijdens een besloten ontmoeting met het moderamen van de VGKN nodigden de bestuursleden het kerkverband uit deel te nemen aan de raad van advies voor het gereformeerd belijden van de PKN, waarin ook vertegenwoordigers van de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken zitting hebben.
Het synodebestuur van de Protestantse Kerk vroeg de VGKN ook na te denken over het aangaan van een associatieovereenkomst. Daarmee spreken beide kerkgenootschappen uit dat ze een geloofs- en werkgemeenschap willen vormen. Zo’n associatieovereenkomst voorziet onder meer in de wederzijdse erkenning van de theologische opleiding en het ambt van predikant. Predikanten mogen in elkaars kerkdiensten voorgaan en andere ambtelijke werkzaamheden verrichten, zoals de bevestiging van een predikant of een consulentschap.
Ds. Van Harten-Tip verklaart de veranderde houding van de Protestantse Kerk uit het feit dat de pijn over de breuk in 2004 steeds minder wordt gevoeld. „Het stof is wat neergedaald. We merkten bijvoorbeeld tijdens de ontmoeting met het moderamen van de PKN dat de sfeer veel beter was dan in 2008.”
Ook dr. A. J. Plaisier, scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk, spreekt van een „open sfeer.” „Het moderamen heeft inderdaad een besloten vergadering met de VGKN gehad. In een open sfeer is besproken hoe we ten opzichte van elkaar staan en hoe we ons ten opzichte van elkaar willen verhouden. Ook van de kant van de Protestantse Kerk is het gevoel dat het stof wat is neergedaald, ook al blijft de pijn van het gescheiden verder gaan en ook al zouden we wensen dat de breuk spoedig hersteld zou worden.”
Volgens dr. Plaisier is tijdens het gesprek met het synodebestuur van de VGKN inderdaad de mogelijkheid van een associatie aan de orde gekomen. „Natuurlijk vraagt dat om nader overleg, zowel in de VGKN als in de Protestantse Kerk. Het is goed dat dit zorgvuldig gebeurt. We beseffen van beide kanten hoe dan ook bij elkaar te horen, ook al zijn we nu kerkelijk gescheiden, en daarom willen we ons ook inzetten om tot wederzijdse toenadering te komen.”
Binnen de VGKN is er in eerste instantie positief gereageerd op het verzoek van de PKN, aldus ds. Van Harten-Tip. De acht plaatselijke kerken gaan zich nu over de voorstellen buigen, waarna de synode van Noordwijk in oktober een besluit neemt over een eventuele associatieovereenkomst. En dan moet de landelijke kerkvergadering van de PKN nog groen licht geven.
Het hele proces zal zeker een paar jaar in beslag nemen, vermoedt de predikante. „En dan moet je ook nog nadenken over de gevolgen voor de gereformeerde oecumene, zoals onze positie binnen het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte.”
De VGKN staan predikanten binnen de Protestantse Kerk toe voor te gaan als zij de gereformeerde belijdenis onderschrijven. Andersom zijn kansels van de PKN niet opengesteld voor predikanten van de VGKN. In de praktijk gebeurt dat wel, weet ds. Van Harten-Tip. „Plaatselijke kerken en gemeenten lappen de regels nog wel eens aan hun laars. Als ik ergens in de PKN word gevraagd om te komen preken, zeg ik altijd dat dit kerkordelijk niet kan. Daar moeten we zuiver in zijn. Maar als een kerkenraad vervolgens geen problemen ziet, ja, dan kom ik.”