In het afgelopen decennium doken in allerlei landen terreurgroepen à la al-Qaida op. Hoewel al-Qaida volgens veel analisten ook tijdens het leven van Bin Laden als ernstig verzwakt was, zijn er in Jemen, Irak, maar ook in Nederland, nog steeds aanhangers van de man die de wereld op zijn grondvesten deed schudden.

In het ondergoed van de 22-jarige terreurverdachte Maqsood L. uit Oostenrijk werd vorig jaar nog een stick met honderden geheime al-Qaidadocumenten gevonden met blauwdrukken voor aanslagen. De documenten waren verborgen in bestanden van pornofilms. Uit de onderschepte documenten blijkt onder meer dat al-Qaida overwoog passagiersschepen te kapen.

De in 1957 geboren Osama was het zeventiende kind van Mohammed bin Laden, een steenrijke bouwondernemer in Saudi-Arabië. Bin Laden, die na de dood van zijn vader een fortuin erfde, groeide op in een tijd van grote sociale veranderingen in het Midden-Oosten. Veel jonge Arabieren voelden zich aangetrokken tot de overzichtelijke zekerheden van de islam.

Bin Laden sloot zich eind jaren 70 aan bij de moedjahedienstrijders. Toen richtte hij ook al-Qaida (letterlijk: de Basis) op, aanvankelijk ter ondersteuning van de strijders. Bin Ladens haat jegens het Westen stamt vooral uit 1991. Tijdens de Eerste Golfoorlog werden Amerikaanse legertroepen gestationeerd in Saudi-Arabië, het land van de profeet Mohammed. Dat was in de ogen van Bin Laden blasfemie.

In 1996 vestigde hij zich in Afghanistan en richtte hij terreurgroepen op voor een ”heilige oorlog” tegen het Westen, waartegen terreur was geoorloofd. Volgens hem tastte het Westen de eer en de waardigheid van de islam aan en viel het de islam aan, zo zei hij in 1997 in een interview.

De jaren daarop volgden er verschillende aanslagen, waaronder in 1998 in Kenia en Tanzania (bijna 300 doden). De Amerikanen bombardeerden hierop Afghaanse kampen van al-Qaida. Bin Laden ging verder met het beramen van zijn magnum opus, de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. Bijna 3000 mensen kwamen om.