Commentaar: Sleutel kabinetsformatie bij Rutte of Samsom
De belangrijkste troef van de VVD tijdens de verkiezingscampagne die langzaam maar zeker op stoom begint te komen, is en blijft het krediet dat premier Rutte het afgelopen anderhalf jaar heeft opgebouwd als regeringsleider. Dát de partij iets heeft om op terug te vallen, staat vast. Behalve een uitstekende communicator is Rutte een doelgerichte pragmaticus voor wie de kern van politiek bedrijven lijkt te bestaan uit onderhandelen en zakendoen. Bij zwevende kiezers die zich rechts van het midden oriënteren, valt die zakelijke aanpak in de smaak.
Dat neemt niet weg dat Rutte zich vaker dan hem lief is, zal moeten verweren tegen het beeld dat hij zich anderhalf jaar liet gijzelen door Wilders en daarna een noodakkoord moest sluiten met D66, GroenLinks en ChristenUnie waardoor delen van zijn regeer- en gedoogakkoord in de papierversnipperaar belandden. De verkiezingen winnen en de grootste worden, is wat de premier nodig heeft om zijn verblijf in het Torentje te prolongeren. Op dat resultaat zal ook de campagne van de PvdA-leider Samsom zijn gericht.
Terzijde, gezien de peilingen twijfelt vrijwel niemand eraan dat SP-leider Roemer op 12 september zetelwinst zal behalen. Als de SP tweede of derde wordt, is het risico dat de partij tijdens de formatie funeste compromissen moet slikken echter groot. Om de regie te kunnen opeisen, moet Roemer de verkiezingen winnen, maar of hij op 12 september werkelijk de hoofdprijs in de wacht zal slepen, staat nog te bezien. Dat hij een stevige campaigner is, staat vast, maar ook dat het hem ontbreekt aan de ongenuanceerde radicaliteit en de drive om zijn opponenten in figuurlijke zin af te breken die Wilders zo veel faam bezorgden. Zo bekeken komt de sleutel tijdens de kabinetsformatie toch ofwel in Ruttes handen of in die van Samsom terecht.
Beiden hebben redenen om niet te kiezen voor het voortzetten van de huidige gelegenheidscoalitie, als deze al op een Kamermeerderheid zou kunnen rekenen. Samsom zou daarmee alsnog erkennen dat hij beter vorige week had kunnen aanhaken. Van Rutte zou zo’n coalitie vergen dat hij opnieuw al zijn talenten als evenwichtskunstenaar uit de kast haalt, aangezien in zo’n samenwerkingsverband zowel de ChristenUnie (in ethisch opzicht) als GroenLinks (in sociaaleconomisch opzicht) vier jaar zullen worden uitgedaagd.
Voortbouwend op de as VVD-CDA is het niet uitgesloten dat Ruttes eerste keus erop zal zijn gericht om behalve D66 met haar hervormingsagenda ook de PvdA binnenboord te halen, om daarmee het anti-Europagehalte van de oppositie te verzwakken. Van die vier is de PvdA weliswaar het minst hervormingsgezind, maar de kans dat de partij zo vaak blokkades zal opwerpen tegen stelselherzieningen als Wilders deed, is klein.
Ook voor Samsom valt in zo’n constructie het nodige te behalen: capabel zijn als regeringspartij zou voor de PvdA alleen al vanwege de uitstraling wel eens hét onderscheidende kenmerk kunnen worden in de concurrentie- en slijtageslag met de SP. Een breed middenkabinet, aangevuld met D66, zou daarom best eens de uitkomst van de formatie kunnen zijn.