De inkoopmanagersindex voor de Chinese industrie steeg in april naar 53,3, van 53,1 een maand daarvoor. Economen rekenden in doorsnee op een stand van 53,6. Een cijfer van 50 of meer duidt op groei, daaronder op krimp. Ondanks de groei van de totale industrie lieten verschillende sectoren nog wel krimp zien, zoals de chemische industrie, de autosector en olieraffinage. Vooral kleinere bedrijven kampten met krimp.

De Chinese economie groeide in het eerste kwartaal van dit jaar met 8,1 procent, tegen 8,9 procent in het voorgaande kwartaal. Voor dit jaar heeft de Chinese regering een groeidoelstelling van 7,5 procent. In 2011 groeide de op een na grootste economie ter wereld met 9,2 procent.

De afzwakkende Chinese economie leidde tot zorgen over een afkoelende wereldeconomie. Economen vinden het echter nog te vroeg om te concluderen dat de Chinese economie nu definitief de weg naar boven heeft ingeslagen. Zij vrezen dat het herstel langzaam zal verlopen en dat China gevoelig blijft voor problemen in belangrijke exportgebieden, zoals Noord-Amerika en Europa.

Om de economie te stimuleren en de binnenlandse vraag aan te wakkeren, hebben Chinese beleidsmakers de afgelopen tijd verschillende maatregelen genomen, zoals een versoepeling van de kredietverstrekking door banken aan consumenten en bedrijven.