Volgens de politie waren in Madrid ongeveer 9000 mensen op de been. De vakbonden schatten dat aantal op 40.000. In het zuiden van Spanje, Andalusië, demonstreerden volgens de politie ongeveer 11.500 mensen. In Valencia, aan de oostkust van Spanje, schatten de bonden het aantal tussen de 15.000 en 40.000. De politie in Barcelona ging uit van ongeveer 700 betogers, terwijl de bonden met een aantal van 4000 schermden.

De opkomst was klein vergeleken met eerdere demonstraties in Spanje. Zo demonstreerden op 29 maart honderdduizenden mensen. Dat kwam mede door de regen. Bovendien lijkt de bevolking protestmoe. Een vakbondsleider gaf toe dat „er veel mensen zijn die niet begrijpen wat er is besloten.”

De overheid besloot vorige week onder meer dat ze gepensioneerden niet langer gratis medicijnen wil geven en studenten meer collegegeld wil laten betalen. Deze bezuinigingen komen bovenop de 27 miljard euro jaarlijkse besparing die de overheid al gepland had. Spanje zit in een diepe crisis. Het land kampt met een groot begrotingstekort en een hoge werkloosheid. Vrijdag werd de kredietwaardigheid van het land omlaag geschroefd.

Naar verwachtingen volgen er meer protesten. Donderdag vergadert de Europese Centrale Bank in Barcelona. Spanje controleert daarom sinds zaterdag tijdelijk aan de grens met Frankrijk. De grenzen gaan op 4 mei weer open.

De bonden willen dinsdag op de Dag van de Arbeid opnieuw tegen de overheidsplannen demonstreren.