Delfland heeft nog water genoeg
Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft in ieder geval de komende dagen nog voldoende aanvoer van zoet water uit het Brielse Meer, zodat het geen verzilt water uit het Rijnlandgebied hoeft in te nemen. Dat zei woordvoerder P. Baeten vrijdag.
Delfland vergaderde vrijdag over de vraag wat het moest doen, nadat het Hoogheemraadschap Rijnland donderdag had besloten verzilt water in te laten. Delfland heeft een groot voordeel ten opzichte van Rijnland, omdat het via een pijpleiding water uit het Brielse Meer binnenkrijgt.
Het hoogheemraadschap heeft een open systeem met het Rijnlandgebied, dus het verzilte water komt Delflands kant op. Het duurt twee tot vier dagen voordat dat water vanuit het noorden bij de inlaat bij het Dolk-gemaal in Leidschendam is, aldus Baeten. Bovendien vermengt het zich onderweg met zoet water, waardoor het zoutgehalte vermindert. Donderdag overschreed het zoutgehalte in het Rijnlandgebied de 250 mg per liter.
Welke maatregelen Delfland gaat nemen, hangt van allerlei factoren af. In de eerste plaats is natuurlijk van belang of het gaat regenen. Daarnaast speelt de temperatuur een belangrijke rol. Bij warmer weer verdampt er meer water. Is er voldoende water, dan gaan over enkele dagen de poorten bij Leidschendam dicht.
Het Hoogheemraadschap van Rijnland stelt voorlopig geen beregeningsverbod in voor het gebied dat zich uitstrekt van Wassenaar tot Amsterdam en van IJmuiden tot Gouda. Dat heeft woordvoerder E. Albrecht vrijdag gezegd.
Vandaag gaat Rijnland bij Bodegraven meer water inlaten uit het Amsterdam-Rijnkanaal. Het water in het Amsterdam-Rijnkanaal is perfect zoet, aldus Albrecht. Hij benadrukt dat het met de verzilting meevalt, omdat vanuit de Hollandsche IJssel maar acht uur per dag verzilt water wordt ingelaten en vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal 24 uur per dag zoet water. Het verzilte en het zoete water komen bij Alphen aan den Rijn bij elkaar.
Er is nog geen uitzicht op grote hoeveelheden neerslag, die een eind kunnen maken aan de droogte. Het KNMI verwacht vanaf morgen regen. Tussen morgen en donderdag valt er tussen de 5 en 15 millimeter, is de voorspelling van het weerinstituut.
De land- en tuinbouworganisatie LTO-Nederland wil dat boeren dit seizoen langer mest mogen uitrijden op zand- en lössgronden. Ook de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) roept de minister van Landbouw op het uitrijverbod voor grasland een maand op te schorten door de droogte.
Lössgrond is een type bodem dat gemakkelijk water doorlaat. Deze grond komt voor in Limburg. Vorig jaar is de uitrijperiode voor dit type grond en zandgronden volgens LTO ook met enkele weken verlengd. Dat had toen de omgekeerde reden, namelijk overvloedige regenval.
De LTO wil het jaarlijkse uitrijverbod, dat op 1 september ingaat, opschuiven omdat de mest niet in de grond dringt. De melkveehouders willen een maand uitstel van het verbod voor weilanden, omdat door de lange droogteperiode het gras vaak al weken niet meer groeit. Daardoor is er onvoldoende wintervoorraad opgebouwd.
Omdat dit jaar weer een verschuiving van het uitrijverbod nodig is, pleit LTO ervoor het verbod voor zand- en lössgronden structureel te verschuiven naar 16 september. Vanaf die datum geldt ook het verbod voor klei- en veengrond.
De inlaat van verzilt water in Zuid-Hollandse wateren bedreigt de productie in boomkwekerijen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO), onderdeel van Wageningen Universiteit en Researchcentrum, houdt de situatie op twintig plaatsen nauwlettend in de gaten, aldus woordvoerder W. de Jong vrijdag.
Door de voortdurende controles hoopt het instituut de geleidingsgraad van het water, de gehaltes aan chloride en de verspreiding van het verzilte water goed in beeld te krijgen en zo nodig maatregelen te nemen. De geleidingsgraad is de eerste indicatie voor de mate van verzilting. Op bedrijven waar schade kan worden verwacht, neemt PPO water- en gewasmonsters.