Congres over David Gorlaeus in Friese dorp Cornjum
CORNJUM – In de hervormde kerk in het Friese Cornjum ligt David Gorlaeus (1591-1612) begraven. Vrijdag heeft op deze locatie een congres plaats over de man van wie pas na zijn dood ontdekt werd dat hij een filosofisch genie was.
David Gorlaeus: veel mensen die in het dorp vlak bij Leeuwarden wonen, zullen niet beseffen dat zijn naam verbonden is aan een filosofisch wonderkind. Cornjum wordt echter regelmatig bezocht door mensen die speciaal voor zijn graf in de hervormde kerk komen.
Er is dan ook geen logischer plek voor een congres over David Gorlaeus. Vandaag refereert een aantal wetenschappers over de betekenis van Gorlaeus voor Friesland, de wetenschap en de theologie. Ook wordt een monografie gepresenteerd over deze „raadselachtige figuur in de geschiedenis van de filosofie en de theologie”, geschreven door prof. dr. Christoph Lüthy van de Radboud Universiteit Nijmegen. „Eigenlijk wisten we tot dusver maar heel weinig van David Gorlaeus”, zegt Lüthy. „Met dit boek zijn tal van nieuwe inzichten naar boven gekomen. Wanneer gesproken wordt over 17e-eeuwse filosofen, denken mensen meestal aan Descartes en Spinoza, maar in de periode 1620-1650 was Gorlaeus van grote invloed op het wetenschappelijke denken. Zijn denkbeelden zorgden ook voor grote theologische conflicten.”
Gorlaeus werd geboren in Utrecht en groeide op in Cornjum. De jonge Gorlaeus studeerde aan de universiteit van Franeker en ging daarna in Leiden theologie studeren. Na slechts een jaar studie overleed hij op 21-jarige leeftijd. „Waaraan, dat weten we niet, maar zijn vader overleed in hetzelfde jaar aan malaria. Mogelijk is Gorlaeus ook aan deze infectieziekte gestorven. Alleen is bekend dat hij in Cornjum is begraven”, aldus Lüthy.
De grootste verrassing kwam na Gorlaeus’ dood: hij liet twee baanbrekende manuscripten na die zich begeven op het kruispunt van de filosofie, de ontluikende natuurwetenschappen en de theologie. Nadat de geschriften waren gepubliceerd had Gorlaeus’ werk een opmerkelijke invloed op de evolutie van het 17e-eeuwse denken. Doordat Gorlaeus’ identiteit onbekend was, ontstonden al snel zeer uiteenlopende interpretaties van zijn boeken.
Ondanks dat Gorlaeus slechts een beginnende theologiestudent was, dachten lezers uit de 17e eeuw te maken te hebben met een antiaristotelisch denker en een voorloper van de filosoof Descartes. „Gorlaeus gooide het hele vaststaande natuurfilosofische denken overhoop”, aldus Lüthy. „Zo stelde hij dat alles wat bestaat, zoals materie, de ziel, maar ook God, als het ware ondeelbare entiteiten zijn, atomen die los van elkaar bestaan. In het kader van het toenmalige debat tussen gomaristen en arminianen betekende zijn filosofie dat er een wisselwerking tussen God en de mens mogelijk is, in ruimte en tijd, wat volgens strenge calvinisten onmogelijk was.”
De theologische implicaties van Gorlaeus’ geschriften zijn volgens Lüthy tegenwoordig moeilijk te begrijpen. Daarom hebben 20e-eeuwse historici Gorlaeus op grond van zijn werk als een atomist, natuurwetenschapper en zelfs als chemicus afgeschilderd. „Hij is vooral als een natuurkundige beschouwd, maar feitelijk redeneerde hij sterk vanuit de metafysica en de theologie.”
Uit het onderzoek van Lüthy blijkt dat Gorlaeus zijn werken schreef in de periode dat aan de Franeker universiteit „het meest ketterse boek van die tijd” verscheen. Het was een traktaat van Sozzini, de inspiratiebron van de socinianen, waarin de goddelijke status van Jezus en van de Heilige Geest worden betwist. Voor de calvinisten van die tijd was dat een ongekende manier van godloochening. Lüthy: „De uitgevers van dit boek waren studiegenoten én vrienden van Gorlaeus.”
Volgens Lüthy was Gorlaeus weliswaar een gelovig mens, maar waren zijn opvattingen bepaald niet orthodox. „Door zijn godsbeeld en zijn natuurbeeld botste hij met velen. Strenge calvinsten zagen uiteraard zijn affiniteit met de arminianen, maar bespeurden terecht dat er zelfs nog radicalere ideeën achter zijn werk schuilgingen.”
In zijn monografie situeert de Nijmeegse hoogleraar Gorlaeus in de geschiedenis van filosofie. „Buiten Nederland was hij misschien nog wel bekender dan in ons land. Zijn werken werden gelezen en besproken in Parijs, Londen en Milaan. Als je bedenkt dat hij pas 21 jaar was toen hij overleed, was zijn intellectuele prestatie ongekend. Hij was een van de slimste, vooruitstrevendste denkers van de 17e eeuw in ons land. Had hij langer geleefd dan was hij waarschijnlijk een van onze grootste denkers geworden.”