Boeiende geschiedenis van het Nederlandse koningshuis
De vorm waarin de monarchie zich manifesteert als „een familie op de troon”, is een grote kracht, maar kan tegelijkertijd een zwakte zijn. Die conclusie trekt Oranjehistoricus Arnout van Cruyningen aan het einde van zijn boek ”Het Nederlandse koningshuis. Van Willem I tot Willem IV”. De auteur beschrijft daarin overzichtelijk de geschiedenis van de Oranjevorsten tot nu toe. Het boek is actueel, want ook het skiongeluk van prins Friso is erin beschreven.
Een boek van de hand van Van Cruyningen is altijd gebaseerd op de feiten. „Wat minder fraai is wordt niet verbloemd of verzwegen”, zonder te vervallen in sensatie.
Interessant is het hoofdstuk waarin Van Cruyningen de positie van de Nederlandse monarchie vergelijkt met die van andere Europese vorstenhuizen. In de Tweede Kamer klinkt regelmatig de roep om een ”ceremonieel” koningschap, en daarbij wordt vaak verwezen naar het Zweedse model. De auteur waarschuwt voorzichtig te zijn. De Zweden zagen dit model immers als tussenstap naar het afschaffen van de monarchie. Daarnaast ontbreekt het veel deelnemers aan de discussie vaak aan historische kennis en staatsrechtelijke noties. Van Cruyningen adviseert in „onzekere tijden” niet te gaan „sleutelen aan iets wat niet defect is.”
De uitgave –ook als e-book te koop– is een bewerking en actualisering van een vergelijkbaar boek dat de auteur in 1998 schreef. Nu in 2013 het Koninkrijk twee eeuwen bestaat, leek het uitgever en auteur goed opnieuw een overzichtswerk te publiceren. Een goede beslissing met een mooi resultaat.
Het Nederlandse koningshuis
”Het Nederlandse koningshuis. Van Willem I tot Willem IV”, door Arnout van Cruyningen; uitg. Omniboek, Utrecht, 2012; ISBN 978 90 5977 660 9; 288 blz.; € 19,95.