College over (on)vrije wil les in bescheidenheid
Vorige week was ik bij een oratie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, mijn alma mater waar ik zo’n 25 jaar geleden in de collegebankjes zat. Tijdens de wandeling van het metrostation naar het universiteitscomplex passeer ik het standbeeld van Desiderius Erasmus. De grote humanist staat fier overeind in academisch gewaad en studerend in een groot boek. Als toonbeeld van de moderne wetenschap. Erasmus is het symbool voor het geloof in de vrije wil van de mens. Reformatorische christenen zijn opgevoed bij de notie dat de mens een knechtelijke wil heeft, zoals ooit door Luther voortreffelijk verwoord.
Al mijmerend arriveer ik in de zaal waar voorafgaand aan de oratie een seminar is georganiseerd. Het gaat over pensioenfondsrisico’s, nu en straks. Diverse prominenten geven hun visie op de belangrijkste risico’s die de pensioenen kunnen raken. Die risico’s zijn er veel en in steeds wisselende gedaanten. Wie had de huidige eurocrisis en de onrust op de financiële markten vijf jaar geleden in deze omvang voorspeld?
We leven langer dan verwacht, de rendementen op de belegde pensioengelden blijven onzeker en er zijn vele factoren die de financiële stabiliteit in Europa en wereldwijd bedreigen. Dat heeft gevolgen voor pensioenfondsen. Keiharde garanties op een toegezegd pensioen zijn (te) duur, zeker op zo’n lange termijn waarmee pensioenfondsen hebben te rekenen. Dus, concluderen veel hooggeleerden, moeten we veel transparanter zijn over de risico’s van ons pensioen.
Dat klinkt als een uitgangspunt waar niemand op tegen kan zijn. Maar van onzekerheid houdt niemand. We kunnen er niet mee omgaan. We lopen er het liefst voor weg. Het college van hersenonderzoeker prof. Victor Lamme op hetzelfde seminar geeft een helder inkijkje in ons brein. Ons brein zoekt zekerheid. Uit onderzoeken met hersenscans blijkt dat we helemaal geen vrije wil hebben. Ons gedrag wordt niet gestuurd door wat we zeggen of zeggen te willen. Ons doen (gedrag) wordt vooral bepaald door processen waarvan we ons niet bewust zijn, ons onderbewuste. Wat we zien van onszelf en anderen is te vergelijken met een ijsberg waarvan we alleen het topje boven water zien. Het grootste deel zit onder water. En daar zitten risico’s die grote gevolgen kunnen hebben voor schepen waarvan de kapiteins denken veilig te varen.
Na het seminar begeven we ons naar de aula voor de officiële oratie. In zijn welkomstwoord memoreert de rector magnificus dat tot 1802 iedere hoogleraar verplicht was bij zijn ambtsaanvaarding de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels te onderschrijven. Het wekt enige verbazing dat een dergelijk gebruik bestaan heeft in dit seculiere instituut. Hoeveel aanwezigen zouden nog enige notie hebben van de inhoud van deze goudjuwelen uit de tijd van de Reformatie?
Weinigen zullen ook hebben beseft dat het mensbeeld in deze geschriften overeenkomt met de inzichten uit de moderne neurowetenschap. De meeste neurologische wetenschappers laten van de zogenaamd vrije wil van de mens heel weinig heel. We zeggen zo veel, we willen zo veel, maar we kunnen zo weinig en doen vaak anders.
Het is ook een spiegel voor de gereformeerde gezindte. De Dordtse Leerregels verwoorden het treffend: uit vrije wil zijn we van God afgeweken en hebben we ons van onze vrije wil beroofd. Het beperkte licht van de natuur dat in ons overbleef, weten we zelfs niet goed te gebruiken. Het tekent de diepte van onze val. Onze dode wil moet levend gemaakt worden, vernieuwd naar Zijn wil. Toch zijn we niet stuurloos. God werkt alle dingen naar de raad van Zijn wil. Luthers inzicht in de knechtelijke wil van de mens is meer dan ooit waar gebleken. Het was een college in bescheidenheid. Het is goed onze beperkingen te beseffen.
De auteur is werkzaam als directeur van het bestuursbureau van het bedrijfstakpensioenfonds voor de bouwnijverheid. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel. Reageren? nietbijbroodalleen@refdag.nl