Opinie

Dode vorm belemmert getuigenis over Christus

Christenen getuigen er inderdaad te weinig van dat ze bij Jezus horen, reageert Teun van der Weijden op dr. W. van Vlastuin (RD 17-4). Helaas is het vaak ook nog zo dat ze wel bij een kerk horen, maar niet bij Jezus.

26 April 2012 17:56Gewijzigd op 14 November 2020 20:46
Foto Istock
Foto Istock

Wat heeft zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus toch een rijke inhoud. Naar mijn mening zal iedere oprechte christen over heel de wereld het met dit antwoord eens zijn. Die enige troost beide in leven en in sterven, daar weet ieder kind van God van. Wat hebben we een rijke traditie die we niet mogen verkwanselen. En wat jammer dat veel christenen hier geen of weinig oog meer voor hebben.

Het is juist dit punt dat het grote verschil maakt met de islam. De refocultuur wordt maar al te gemakkelijk een karikatuur van het christendom, wat vergelijking met moslims in de hand werkt. Als we als gereformeerde gezindte werkelijk reformatorisch waren, zou er meer van ons uitgaan. Het ging bij de reformatoren om Jezus alleen en om de gezonde woorden van de Heere Jezus Christus.

De uitzending van Nieuwsuur over de SGP heeft veel losgemaakt. De media kennende, zullen ze ook wel weer zaken niet hebben genoemd die essentieel zijn. Ook de media hebben over het algemeen niets met de Heere Jezus. Als dan mensen getuigen van hun geloof in Jezus Christus en van de hoop die in hen is, zullen de media juist dat eruit knippen en weglaten. Ik spreek uit ervaring.

Toch heeft men gedeeltelijk gelijk. Wat is er in reformatorische kringen veel dode vorm. Religie, in plaats van een persoonlijke relatie met de Heere Jezus Christus. Dode leden, in plaats van als levende stenen gebouwd te zijn tot een geestelijk huis. Het gaat niet om ”onze” kerk, het gaat om Gods Huis. Hoor ik bij Jezus en bij Zijn Gemeente?

Mijn zorg over onze refocultuur is dat velen met de mond wel belijden, maar hun hart houdt zich verre van de Heere. Regels en wetten bepalen het beeld naar buiten, maar het spreken en getuigen over de Heere Jezus is minimaal aanwezig. Als we werkelijk de Heere Jezus hebben leren kennen als onze Borg en Zaligmaker, kunnen we niet van Hem zwijgen. Dan getuigen we met de Bruid uit het Hooglied dat Hij onze Vriend en Liefste is. Voor een oprecht gelovige is Christus geen ”verborgen Persoon”, integendeel. Alles wat aan Hem is, is gans begeerlijk.

Tevreden met het Lam

Dode orthodoxie en oppervlakkigheid zijn beide valkuilen. Maar als we werkelijk in de Zoon van God mogen geloven en Hem mogen kennen, zijn we alleen met Hem tevreden. Alleen zijn we dan niet tevreden met onszelf. Dan is er een verlangen om Hem meer te mogen kennen en op te mogen wassen in de genade en de kennis van Christus. Als we tevreden zijn met het Lam, doet ons dat ernaar verlangen om Hem gelijkvormig te mogen worden. Te worden als de Meester. Dat Hij mag wassen en ik minder mag worden.

Laten we als kinderen van God onderling meer spreken over onze identiteit die wij in Christus hebben. Dat verbindt aan elkaar, ook al verschillen we van mening over bijzaken. „We hebben de dood achter ons en we wandelen in het eeuwigheidsleven van Christus”, zo schreef dr. Van Vlastuin. Leef daaruit, dat is overwinningsleven!

De auteur is evangelist en woonachtig in Dordrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer