LEIDEN - De Halt-bureaus hebben vorig jaar meer baldadige jongeren op de stoep gehad. De politie stuurde in 2002 19.363 jongeren tussen 12 en 18 jaar voor een taakstraf naar een van de 62 Halt-bureaus. Dat betekent dat er ten opzichte van 2001 vorig jaar ruim 7 procent meer 12- tot 18-jarigen een taakstraf kregen.Dat blijkt uit de jaarcijfers van Halt-Nederland. Het aantal klanten van de bureaus was de laatste jaren juist iets gedaald.

Ook het aantal boefjes onder de 12 jaar dat naar Halt kwam voor een zogenoemde Stop-reactie, nam toe. Dat waren er vorig jaar 1953, 19 procent meer dan in 2001. Via een Halt-procedure kunnen jongeren weer rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat ze in aanraking komen met justitie.

Kinderen tot 12 jaar die door de politie zijn aangehouden, kunnen vanwege hun leeftijd niet strafrechtelijk worden vervolgd. Als ze echter een zogenaamd Halt-waardig delict hebben gepleegd, krijgen zij en hun ouders een Stop-reactie aangeboden, een soort vrijwillige opvoedingscursus. Deelname aan dit programma vindt alleen plaats als de ouders hun toestemming geven en actief mee willen werken. De Stop-reactie valt onder de verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie en bestaat uit een aantal gesprekken en huiswerktaken.

A. van Egeraat, afdelingshoofd registratie en beleidsinformatie bij Halt, schrijft de stijging van het aantal Stop-reacties en het aantal taakstraffen voor 12 tot 18-jarigen toe aan intensievere contacten tussen de politie en de Halt-bureaus. Ze wijst erop dat in verscheidene politieregio’s in prestatieafspraken ook doorverwijzingen naar de Halt-bureaus zijn opgenomen.

De relatief sterkere toename van het aantal Stop-reacties houdt er volgens haar verband mee dat deze maatregel nog vrij nieuw en dus onbekend was. „Die is pas in 2001 landelijk ingevoerd en had dus nog zijn tijd nodig.”

Jongeren maken zich verreweg het meest schuldig aan vernieling en winkeldiefstal. Samen vormen die ongeveer de helft van alle delicten waarvoor Halt-bureaus taakstraffen en Stop-reacties uitdeelden.

Van de jeugdige criminelen die door de Halt-bureaus een taak- of werkstraf opgelegd hebben gekregen, voeren de meesten, 90 procent, deze ook uit. Bij de Stop-reacties komt slechts driekwart tot een goed einde. Veel ouders gaan op het politiebureau nog akkoord met deze behandeling van hun kind, maar haken af als ze merken dat tijdens de cursus hun eigen manier van opvoeden aan de orde komt.

De bureaus deelden minder straffen uit aan jongeren die met vuurwerk knoeiden. Het aantal taakstraffen en Stop-reacties voor deze overtreding daalde met bijna 4 procent. Vlak na de jaarwisseling meldde Halt-Nederland nog dat de politie veel meer vuurwerkdelinquenten had doorgestuurd dan de jaren daarvoor. Dit betekent dat ruim 2000 jongeren die de politie pakte voor illegaal afsteken van vuurwerk, geen straf kregen. Een verklaring hiervoor kan Halt niet geven.

De meeste Halt-cliënten zijn schoolgaande jongens van rond de 14 jaar, die zich schuldig hebben gemaakt aan graffiti, vernieling, baldadigheid en kleine diefstallen. Vaak plegen zij dit soort delicten om stoer te doen, om status te verwerven of omdat ze het spannend vinden om dingen te doen die niet mogen. Zo’n 20 procent van de Halt-cliënten bestaat uit meisjes. Bij (winkel)diefstal is hun aantal verhoudingsgewijs groter dan bij bijvoorbeeld vernieling en vuurwerkovertredingen.