Strijdige regels
Ondernemers die zich keurig aan de regels willen houden, zien door de bomen het bos niet meer. Sterker nog, zij raken verstrikt in het woud van voorschriften en dreigen er het bijltje bij neer te gooien. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft daarom het voornemen stevig in dit ondoordringbare bos te gaan kappen.Na sterk aandringen van de ondernemersorganisatie MKB-Nederland opende EZ in mei dit jaar het Meldpunt Strijdige Regels. Daar kunnen ondernemers de knelpunten die zij ervaren in de regelgeving kenbaar maken. Zo hoopt het ministerie zicht te krijgen op de problemen. En die zijn legio. Inmiddels heeft het meldpunt 400 klachten over strijdige, overbodige of sterk belemmerende regels ontvangen. Vanwege die vele meldingen blijft het meldpunt langer open.
De meeste problemen doen zich voor op het terrein van de Arbo-, bouw- en milieuregels. De voorschriften die de ene wet stelt, staan niet zelden haaks op die van de andere. Een restauranteigenaar moet van de brandweer enkel glas in zijn ramen zetten opdat bij calamiteiten de gasten de vensters gemakkelijker kunnen gebruiken om te vluchten. De milieuambtenaar wil dat er dubbel glas in komt om geluidsoverlast te beperken. Op grond van de hygiënevoorschriften in de Warenwet legt een slager gladde tegels op de vloer van zijn zaak. Die zijn snel en grondig te reinigen. De Arbo-dienst wil dat er geribbelde tegels komen om het gevaar van uitglijden te keren. En niemand weet welke regel nu voorgaat.
Naast hun klachten over conflicterende regelgeving, hebben de ondernemers ook grote moeite met de ingewikkelde en vaak onduidelijke procedures. Een gemiddelde caféhouder heeft te maken met de regels van 9 ministeries, 100 wetten, 22 vereiste gemeentelijke vergunningen en 15 inspecties. Bij zoveel regels is het begaan van overtredingen onontkoombaar.
De veelheid van regels zorgt voor een enorme administratieve rompslomp. Die is de laatste tien jaar fors toegenomen. Bedroeg de totale administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven in 1994 nog 6 miljard euro, in 2001 was die opgelopen tot 9,3 miljard. Een stijging van meer dan 50 procent in zeven jaar!
De klachten over de vele, onduidelijke regels zijn niet nieuw. Het bedrijfsleven roept al heel lang dat dit zo niet langer kan. De overheid zegt dit te snappen en belooft al jaren beterschap. Maar tot nu toe is daar weinig van terechtgekomen.
Veel regels hebben meer een remmende dan een regulerende werking. Bedrijven worden onnodig in hun ontwikkeling gehinderd. Natuurlijk is het zo dat niet alles kan of mag wat ondernemers willen. Voorschriften op het terrein van milieu, hygiëne, veiligheid etcetera zijn zeker noodzakelijk. Maar de overheid heeft in de achterliggende jaren zoveel regels gemaakt dat er nauwelijks ruimte blijft voor persoonlijke verantwoordelijkheid, gezond ondernemersverstand en eigen initiatief.
Deze regering wil ernst maken met deregulering. Het streven is de administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven met een kwart te verminderen. Dat is een duidelijke stap. Of dit het bedrijfsleven voldoende ontplooiingsmogelijkheden biedt, valt te betwijfelen. Een reductie van 25 procent komt nog altijd uit boven het niveau van 1994.
Het ministerie van Economische Zaken wil naar een pakket regels dat „redelijk en duidelijk” is. Een eerste aanzet daartoe zou kunnen zijn: wanneer twee voorschriften met elkaar conflicteren moeten ze beide geschrapt worden. Dat voorkomt ellenlang getouwtrek tussen controlediensten die zullen strijden voor het behoud van hun regel (en daarmee van hun boterham) ten koste van de ander. Wanneer we moeten wachten op de afloop van dat gevecht -en dat is niet uitgesloten- blijft de noodzakelijke deregulering een fata morgana.