Amnesty: Discriminatie moslims in Nederland
AMSTERDAM – Moslims in Nederland worden gediscrimineerd, vooral in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. De regering zou meer moeten doen om de vooroordelen tegen moslims weg te nemen.
Dat stelt Amnesty International (AI) in het dinsdag verschenen rapport ”Keuzes en vooroordelen: discriminatie van moslims in Europa”.
De mensenrechtenorganisatie maakt zich onder meer zorgen over een rooms-katholieke school in Volendam die een islamitisch meisje verbood een hoofddoek te dragen. De school stelde dat het verbod noodzakelijk was om de katholieke identiteit te bewaren, maar volgens Amnesty is een hoofddoekverbod niet passend voor deze doelstelling.
Ook het boerkaverbod valt bij AI in slechte aarde. Een wetsvoorstel hierover werd in februari aangenomen door de Tweede Kamer. Hoewel Amnesty stelt dat gezichtsbedekkende kleding in sommige situaties niet gewenst is, gaat een algeheel verbod de mensenrechtenorganisatie een brug te ver. Ze roept de overheid en de Europese Commissie daarom op discriminatie tegen te gaan.
Het onderzoek richt zich behalve op Nederland op België, Frankrijk, Spanje en Zwitserland. In deze landen constateerde Amnesty al eerder problemen. Zo is in Zwitserland de bouw van minaretten verboden. In de andere landen verboden scholen leerlingen een hoofddoek of andere religieuze of culturele symbolen te dragen, terwijl dat valt onder het recht op vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid.
Verder voeren België, Nederland en Frankrijk wetgeving die discriminatie op de arbeidsmarkt verbiedt niet altijd goed uit. Werkgevers voelen zich vaak vrij iemand te ontslaan of te weigeren zodra hij een islamitisch uitziende baard laat groeien.