Nederland zet financiële reputatie op het spel
APELDOORN – De aandelenkoersen op de Amsterdamse beurs hebben maandag een smak gemaakt van 2,6 procent en de rente op staatsobligaties is gestegen. Het zijn duidelijke signalen: de financiële wereld is ernstig bezorgd over de gebeurtenissen in Nederland.
De politieke crisis dient zich aan in een toch al onrustig klimaat. De markten verkeren de laatste weken weer volop in de ban van de schuldenproblemen. Op het Damrak zakte de AEX-index maandagmiddag even tot onder de grens van 300 punten, naar de laagste stand van dit jaar.
Ook bij de obligatiehandel sprongen de seinen op rood. De rente ofwel het rendement op tienjarig staatspapier liep op tot 2,43 procent, na een niveau van 2,32 procent aan het eind van vorige week. Het verschil met soortgelijke Duitse stukken klom tot 78 basispunten (0,78 procent), bijna een evenaring van de piek in 2009.
Het zijn allemaal ontwikkelingen die uitdrukking geven aan de reacties van schrik onder investeerders op het mislukken van het overleg in het Catshuis. De reputatie van Nederland op het punt van financiële degelijkheid raakt in het geding. Natuurlijk roept minister De Jager dat niemand zich zorgen hoeft te maken, dat Den Haag een solide aanpak zal blijven leveren, maar zijn woorden kunnen niet verhinderen dat het vertrouwen onder internationale beleggers acheruitholt.
Er kwam maandag trouwens bij dat de uitslag van de presidentsverkiezingen in Frankrijk hen evenmin vrolijk stemde. De winnaar, de socialist Hollande, zegt dat hij de markten als een tegenstander beschouwt en pleit voor heronderhandelingen in de eurozone over het nieuwe verdrag, dat een strikte begrotingsdiscipline regelt.
Nederland staat er beroerd voor. De economie is in recessie en het overheidstekort overschrijdt fors de Europese norm van 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In 2009 gaf Brussel, onder invloed van de zware krimp destijds, tot 2013 respijt voor het terugdringen van het saldo tot het toegestane maximum. Door de val van het kabinet-Rutte groeit de onzekerheid of aan die afspraak zal worden voldaan.
Vooralsnog bezit Nederland de AAA-status van de kredietbeoordelaars. Daarmee behoort het binnen het eurogebied tot de beste leerlingen van de klas. Alleen Duitsland, Finland en Luxemburg kunnen eveneens bogen op de hoogste kwalificatie. Maar de positie van Nederland wankelt. Vorige week waarschuwde ratingbureau Fitch, maandag deed Moody’s hetzelfde, Standard & Poor’s sloeg al eerder alarm. Er lijkt niet veel meer nodig om een afwaardering aan de broek te krijgen.
Verlies van de triple A leidt ertoe dat de overheid duurder uit is als zij financiële middelen aantrekt. Het betekent namelijk een lagere kredietwaardigheid, en kapitaalverschaffers verlangen een tegenprestatie voor dat toegenomen risico op niet-terugbetaling in de vorm van een hogere rente. Traditioneel wijkt de vergoeding die Nederland moet opbrengen slechts enkele tienden van een procent af van die van de oosterburen. Hun obligaties fungeren als de meest veilige. Maar nu is de zogeheten spread opgerekt tot al 0,8 procentpunt.
De rente over de reeds uitstaande schuld ligt vast, maar telkens als een nieuwe lening wordt aangegaan, stijgen de lasten. Dan praten we over geld dat de regering dus niet kan besteden aan andere zaken.
Het aanzien van Nederland dreigt een stevige deuk op te lopen. Aan de politiek, het demissionaire kabinet en de oppositie de taak om snel orde op zaken te stellen en een stevig bezuinigings- en hervormingspakket te presenteren. Maar of dat lukt, daarover heerst juist grote twijfel.