De Waarheidsvriend
De generatie die nu opgroeit, heeft nauwelijks kennis van het christelijk geloof. Dat stelt drs. A. Baarssen uit Urk, actief in het jongerenwerk van zijn kerkelijke gemeente, in De Waarheidsvriend.
„Geschiedschrijving zegt vaak meer over het heden dan over het verleden. Historici zijn net als dichters en schrijvers barometers van de tijdgeest. Dat geldt ook voor de ophef rondom de laatste woorden van Willem van Oranje. Een historicus stelde op televisie dat die woorden, samengevat, louter propaganda waren. Deze historicus tekent de moderne Nederlander die niet meer weet wat geloven inhoudt en zich er weinig bij voor kan stellen. Dat is het resultaat van een decennialange ontwikkeling die ik kan volgen aan de hand van drie anekdotes uit mijn studietijd. De generatie die nu opgroeit, heeft nauwelijks kennis van het christelijk geloof. Met historici is het niet beter gesteld. In mijn tweede studiejaar hield ik een presentatie over de godsdiensttwisten tijdens het Twaalfjarig Bestand. Zo goed mogelijk probeerde ik het geschil van gomaristen en arminianen toe te lichten. In de vragenronde was de eerste vraag: „Wat is dat avondmaal eigenlijk?” De docent, een veertiger, was blij als er nog iemand in de zaal was die iets begreep van het geloof. Hij moedigde studenten aan om daar aan te werken. Toch kon hij zelf ook nauwelijks loskomen van vooroordelen. Bij een opstel over de Bartholomeüsnacht, waarin vele hugenoten werden gedood, kreeg ik een compliment voor mijn neutrale weergave.
Blijkbaar is feitelijkheid een bijzondere gave voor een protestant. Bij oudere docenten, die zelf afscheid hadden genomen van het geloof, spatte de afkeer er soms van af. Parmantig vertelde iemand over zijn grootmoeder. Zij liet hem uit de kinderbijbel over Jozef lezen. Toen ze niet kon aangeven onder welke farao Jozef onderkoning was, kwam het eerste scheurtje in zijn kinderlijke geloof. Hij had ermee gebroken en wilde geen studenten die schreven over Mozes of Jozef.”