Binnenland

TU-onderzoeker: Het Nederlandse spoor is akelig veilig

DELFT – Zaterdag ging het goed fout. Een intercity en een sprinter botsen bij Amsterdam frontraal op elkaar. „Het klinkt wrang, maar het spoor is toch akelig veilig.”

23 April 2012 17:30Gewijzigd op 14 November 2020 20:41
Treinongeluk Amsterdam-Sloterdijk. Foto ANP
Treinongeluk Amsterdam-Sloterdijk. Foto ANP

Zaterdag, zeven voor half zeven. Twee treinen komen bij wissel 479, ter hoogte van het Westerpark met elkaar in botsing. Een zwarte dag, met één dode en 115 gewonden. Van 40 reizigers is de situatie ernstig.

Het treinongeluk is waarschijnlijk veroorzaakt doordat de machinist van de sprinter door rood licht is gereden, verklaarde minister Schultz van Haegen maandag op grond van voorlopig onderzoek.

Het besturen van een trein blijft mensenwerk. In Nederland rijden machinisten elk jaar 200 keer door rood, zo blijkt uit de Veiligheidsbalans 2010 van de toemalige Inspectie Verkeer en Waterstaat. Zaterdag was het raak in Amsterdam.

„Verbijsterend”, reageert universitair hoofddocent Weg- en Railbouwkunde ir. M. F. C. van de Ven van de TU Delft op persoonlijke titel. „Onvoorstelbaar dat dit in ons land kan gebeuren. Reizigers mogen verwachten dat het spoor veilig is.”

Het beveiligingssysteem langs het spoor is op vele plaatsen verouderd. Nederland telt pakweg 3000 wissels, waarvan twee derde is uitgerust met het 60 jaar oude ATB-beveiligingssysteem.

Spoorwegbeheerders introduceren ATB eind jaren ’60 van de vorige eeuw, na de grote treinramp bij Harmelen in 1962, met niet minder dan 93 doden en 52 gewonden.

Veiligheidssysteem

ATB zorgt voor een rood sein aan het begin en eind van elk baanvak van 1,5 kilometer waar een trein rijdt. Het systeem geeft via een sensor op de wielas aan hoe hard een machinist op een baanvak mag rijden. Rijdt de machinist te snel, dan klinkt drie keer een kort en één keer een lang signaal in de cabine. Het ATB-systeem werkt echter niet onder de 40 km/uur.

Onderzoekers concluderen na een treinongeluk in 1992 bij Eindhoven dat het railverkeer veiliger moet. Het spoor krijgt daarom een ATB-verbeterde versie. Dit systeem remt een trein automatisch af na het passeren van een zogenaamd ”Stop Tonend Sein” (STS), oftewel een ‘rood stoplicht’.

„Een machinist die op deze manier tot stilstand komt, staat het schaamrood op de kaken”, weet onderzoeker Wijnand Veeneman van de TU Delft. „Voor machinisten die vaker de fout ingaan, is het einde oefening.”

Pakweg 1000 van de 3000 wissels kennen dit verbeterde ATB-systeem. De nieuwe versie is –uit kostenoverwegingen– alleen te vinden op complexere baanvakken. Op het traject Amersfoort-Enschede bijvoorbeeld, kennen alleen wissels bij stations dit ATB.

Den Haag lijkt in 2009 bereid om alle wissels veilig te maken. Minister Eurlings berekent dat de investering pakweg 150 miljoen euro kost. Het enthousiasme van de Kamer verdwijnt daarop als sneeuw voor de zon.

De hoop is gevestigd op het nieuwe, geavanceerde Europees ertms-beveiligingssysteem. Ertms checkt, op grond van de remweg van de trein, automatisch of het baanvak vóór de trein voldoende ver vrij is. „Een geweldig systeem”, aldus Veeneman. In Nederland is ermts alleen op de Betuwelijn en de hsl-zuid geschroefd.

Voorkomen

Het baanvak bij Amsterdam zou –volgens onbevestigde berichten– vanuit het noorden zijn voorzien van verbeterd ATB, terwijl vanuit het zuiden een verouderde versie actief is. „Het ongeluk had wellicht voorkomen kunnen worden als in beide richtingen verbeterd ATB had gezeten”, aldus Veeneman.

Politiek Den Haag stelt in 2011 een parlementaire enquete in over onderhoud van het spoor. De commissie Kuiken uit scherpe kritiek. „Het treinbeveiligingssysteem ATB levert niet de prestaties die er in de 21e eeuw van worden verlangd.”

De vraag rijst dan ook of het nog langer verantwoord is gebruik te maken van zo’n verouderd systeem. „Het is heel wrang om daar op dit moment iets over te zeggen”, reageert TU-onderzoeker Veeneman. „Het spoor is echter akelig veilig.”

Uit onderzoek blijkt dat het treinverkeer tussen 2000 en 2010 gemiddeld 1 treinreiziger het leven per jaar heeft gekost, tegenover 600 in het wegverkeer. „Moet je miljarden investeren voor één dode per jaar?`

Het vervangen van ATB-oud door ATB-nieuw kost kapitalen. „Weggegooid geld”, aldus de TU’er . „Wil je het verkeer veiliger maken, dan moet je je richten op de weg. Niet op het spoor.”

Veeneman erkent dat getroffen treinreizigers in Amsterdam daar wellicht anders over denken. „Een passagier verklaarde dat hij voortaan de auto pakt. Begrijpelijk, maar hij realiseert zich waarschijnlijk niet de kans op een ongeval met duizenden procenten toeneemt.”

Veeneman stapt –ook na ‘Amsterdam’– net zo gemakkelijk in de trein. „Ik maak er geen kilometer op het spoor minder om. Machinisten rijden 1,5 keer per 1 miljard treinkilometers door rood. Hoe vaak is dat op de weg?!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer