Opinie

Pleidooi gedwongen anticonceptie gaat te ver, maar noopt wel tot bezinning

Het pleidooi van mr. Pieter van Vollenhoven voor gedwongen anticonceptie bij zwaar verslaafden, psychiatrische patiënten en verstandelijk gehandicapten gaat te ver, schrijven H. J. van Schothorst en L. Hubregtse. Dat neemt niet weg dat bezinning nodig is over hoe deze mensen in hun waarde te laten én te beschermen.

21 April 2012 19:30Gewijzigd op 14 November 2020 20:39
„Het is belangrijk om als familie, kerk en professionals met elkaar na te denken over hoe mensen met een verstandelijke beperking in hun waarde te laten en te beschermen.” Foto iStock
„Het is belangrijk om als familie, kerk en professionals met elkaar na te denken over hoe mensen met een verstandelijke beperking in hun waarde te laten en te beschermen.” Foto iStock

De overheid schiet tekort in haar verantwoordelijkheid voor de fysieke veiligheid van het kind. Dat concludeert de Onderzoeksraad Voor Veiligheid in een rapport over de fysieke veiligheid van het jonge kind. Vorige week pleitte prof. mr. Pieter van Vollenhoven, oud-voorzitter van de raad, voor de mogelijkheid van gedwongen anticonceptie (zie RD 13-4).

De onderzoeksraad heeft voorvallen onderzocht van kindermishandeling met fatale of bijna fatale afloop. Van Vollenhoven geeft dat kennisname van de problematiek van kindermishandeling een eyeopener voor hem was. „We houden de ouders in ere. Fantastisch! Maar als je naar de getallen kijkt…” En dan komt hij tot enkele uitspraken die te denken geven. Zo stelt hij dat de rechten van de ouders te veel gerespecteerd zijn. Ook laat hij niet onvermeld dat organisaties ter bescherming van het kind vaak weinig doortastend zijn en misbruik soms laat of niet gemeld wordt.

In het rapport van de onderzoeksraad gaat het over drie categorieën ouders: ernstig verslaafden, mensen met een psychiatrische stoornis en mensen met een verstandelijke beperking. Helaas maakt het onderzoeksrapport onvoldoende onderscheid tussen de onderscheiden categorieën, hoewel er wel overlap bestaat. Er is nader onderzoek nodig of in alle gevallen dezelfde conclusies getrokken kunnen worden, of dat er duidelijke verschillen zijn aan te wijzen.

Machteloos

Dit doet echter niets af van de ernst van de problemen, de zorgen en het verdriet dat dit alles met zich mee brengt. In de eerste plaats voor de kinderen en ouders. Dat zijn ook mensen met gevoel en een ziel voor de eeuwigheid. En wat te denken van degenen die hen omringen, zoals ouders, maar ook vrienden en zo veel anderen. Wat kunnen ook hulpverleners teleurgesteld zijn na zo veel inzet van hun kant, en dan toch… Machteloos!

Zeker degenen die er beroepshalve mee te maken hebben, kennen de vreselijke verhalen van kinderen die tegen de muur dood gegooid zijn, of in heet water verbrand zijn of op een andere vreselijke manier zijn mishandeld of gedood. Hoewel er niet dagelijks over bericht wordt, kunnen we de problematiek niet uit de weg gegaan of miskennen. Wie denkt nooit: Was dat kind maar niet geboren? Tegelijk moet de vraag gesteld worden of we dit mogen denken. Mogen we die gedachte hebben aangaande het menselijk leven?

De vraag die oprijst, is: Is het de taak van de overheid om in te grijpen in de wens om kinderen te krijgen? Dat de overheid ook met deze vraag worstelt, blijkt uit de reactie van de staatssecretaris van VWS op vragen uit de Tweede Kamer. Zij vindt het lastig om een keuze te maken tussen de rechten van het kind en het recht van de vrouw om kinderen te krijgen.

Niet uit de weg gaan

In het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind is vastgelegd dat de overheid tot taak heeft de kinderen veiligheid te bieden wanneer de ouders dat niet of niet toereikend doen. De vragen die dan op komen, zijn onder andere: Wat is echte veiligheid? Hoe moet de overheid omgaan met verslaving? En: Moet dan de handel in verdovende middelen niet aan banden worden gelegd? Dergelijke vragen zijn niet zomaar te beantwoorden.

Wanneer gekeken wordt naar mensen met een verstandelijke beperking en seksualiteit komt op een gegeven moment de vraag over het huwelijk naar voren. De vraag of mensen met een verstandelijke beperking kunnen trouwen, is niet eenduidig te beantwoorden. Het antwoord zal per situatie beoordeeld moeten worden. Daarbij kunnen vragen met betrekking tot een kinderwens en het al dan niet gebruiken van anticonceptie niet uit de weg worden gegaan.

Ook over de vraag van het gebruik van anticonceptie buiten het huwelijk moeten we met elkaar nadenken. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen met een (licht) verstandelijke beperking een grote kans lopen om slachtoffer te worden van seksueel misbruik. Aan de andere kant hebben mannen met een verstandelijke beperking een verhoogd risico om dader van seksueel misbruik te worden.

Bijbelse norm

Daarom is het belangrijk om als familie, kerkelijke gemeente en professionals met elkaar na te denken over de vraag hoe mensen met een verstandelijke beperking in hun waarde te laten en te beschermen. Helpende Handen is de bezinning op seksualiteit bij mensen met een beperking gestart. Daarbij wordt ook deze problematiek opgepakt. In de verdere doordenking van deze problematiek moet er aan de ene kant aandacht zijn voor de Bijbelse norm en aan de andere kant ook voor de wettelijke kaders.

H. J. van Schothorst is huisarts en lid van de ledenraad van Helpende Handen. L. Hubregtse is directeur van Helpende Handen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer