Volgens voorzitter L. Oosting hebben onverzekerde zelfstandigen 22 miljoen euro schade geclaimd. Slechts 7,4 miljoen euro is daarvan uitbetaald. Er is volgens Oosting nog geld over, want het Rijk heeft in totaal 36 miljoen euro beschikbaar gesteld.

Oosting is verder van mening dat de financiële regeling van de commissie–Lidth de Jeude II veel te mager was. Daarin staat onder meer dat 60 procent van de zaakschade wordt vergoed.

„Wij pleiten voor een vergoeding van 90 procent. Er is nog voldoende budget, dus dat moet kunnen." Hij wil dat er een derde financiele commissie komt, die deze regeling verruimt. Hij hoopt dat er Tweede Kamerleden te porren zijn voor een verruiming van de regeling voor ondernemers.

Voorzitter B. Hulshoff van de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente vindt dat absoluut niet nodig. Hij is tevens voorzitter van enkele particuliere stichtingen die geld hebben ingezameld voor gedupeerde particulieren en ondernemers uit het rampgebied.

„De cijfers die Oosting noemt, kloppen niet. Onverzekerde ondernemers hebben ook een bepaald eigen risico. Deze groep heeft in 2000 ook voorschotten gehad ter waarde van 3,2 miljoen euro. Dat bedrag moet je wel bij het budget voor ondernemers optellen. Een derde financiële commissie lijkt mij geen haalbare zaak. De Kamer van Koophandel volgt de groep ondernemers die het nu nog moeilijk heeft en helpt waar het kan."

Tientallen ondernemers hebben beroep aangetekend tegen het besluit om hen geen schadevergoeding uit te keren.