Koptische pelgrims stuiten op edict 1979
JERUZALEM – Koptische pelgrims uit Egypte die vorige week in Jeruzalem het paasfeest wilden vieren, stuitten op een verrassing. Een pauselijk edict uit 1979 zou hen verbieden om naar de heilige stad te reizen.
Afgelopen week vond er in Jeruzalem een merkwaardig incident plaats. De Orthodoxe Kerk vierde haar paasfeest en naar later bleek hadden enkele honderden Egyptische kopten –die tot de Orthodoxe Kerk behoren– vliegreizen geboekt naar Israël om in Jeruzalem de passieweek en het paasfeest te vieren. Het ging om rechtstreekse vluchten van Caïro naar Ben Gurion Airport in Tel Aviv, die op zich al een zeldzaamheid zijn.
In Jeruzalem gearriveerd stond de koptische pelgrims echter een onaangename verrassing te wachten. Toen ze zich naar de kapel van de heilige Helena (de moeder van keizer Constantijn de Grote) begaven om daar een dienst te houden, versperde een koptische priester hun de weg bij de toegangsdeur tot de kapel. De priester ontzegde de verbouwereerde pelgrims de entree tot de kapel. Hij baseerde zich hierbij op een kerkelijk edict dat de recent overleden paus Shenuda III in 1979 had uitgevaardigd en dat onder kopten bekendstaat als ”De wet die kopten verbiedt naar Jeruzalem te reizen”.
Uit reacties van de pelgrims bleek dat deze in de veronderstelling leefden dat dit edict met de dood van paus Shenuda zijn geldigheid had verloren. Er lijkt een groot verlangen te bestaan onder Egyptische kopten om het Heilige Land te bezoeken. Er circuleren berichten dat reeds meer dan 10.000 kopten hiervoor een visumaanvraag hebben ingediend.
Camp David
Het edict uit 1979 is ook onder kopten zelf niet onomstreden en omgeven met vraagtekens. Paus Shenuda sprak altijd over het „bezette Jeruzalem” en heeft meerdere malen verklaard „Jeruzalem slechts te zullen bezoeken samen met de Egyptische grootmoefti” met de duidelijke implicatie dat dit zou geschieden na de ‘bevrijding’ van Jeruzalem. Het pauselijk edict in 1979 was ook opvallend gezien het tijdstip. Het verscheen korte tijd na het ondertekenen van het Egyptisch-Israëlische vredesverdrag van Camp David en het edict leek dit vredesverdrag feitelijk te ondergraven.
Critici van paus Shenuda verweten hem dat hij er sterke antisemitische gevoelens op na hield. De paus werd in 1979 door de Egyptische president Sadat verbannen naar een klooster in Wadi al-Natrum omdat de geestelijk leider zou hebben geweigerd zijn goedkeuring te hechten aan het vredesverdrag, dat indertijd grote woede veroorzaakte onder islamisten. Met zijn edict zou paus Shenuda getracht hebben de Koptische Kerk te beschermen tegen deze woede.
Er bestaat echter ook nog een tweede verklaring. President Sadat realiseerde zich indertijd dat de Arabische wereld het vredesverdrag met Israël nooit zou accepteren en daarom probeerde hij paus Shenuda ertoe te bewegen om op te roepen tot vrede met Israël. Op deze manier kon Sadat in een later stadium de Koptische Kerk verantwoordelijk stellen voor Camp David. Paus Shenuda weigerde echter en werd daarom door een boze Sadat naar een klooster verbannen.
Weinig ruimte
De Egyptische kopten die vorige week naar Jeruzalem reisden, werden hier geconfronteerd met de historische last van dit kerkelijk edict uit 1979. Hun reis deed veel stof opwaaien in Egyptische media. Zo schreef Khalid Salah in een commentaar in de krant De Zevende Dag: „Slechts één woord: de christenen die op reis gingen naar Jeruzalem zijn idioten.” Hij waarschuwde voor de negatieve gevolgen van deze reis voor de Egyptische kopten in het huidige explosieve klimaat in Egypte, dat toch al wordt gekenmerkt door toenemende vijandigheid tussen christenen en moslims.
De Koptische Kerk kiest binnenkort een nieuwe paus. De boze reacties in Egyptische kranten suggereren dat de nieuwe paus waarschijnlijk weinig bewegingsruimte zal hebben om het edict van zijn voorganger uit 1979 op te heffen.