De aanklagers ondervragen Breivik woensdag voor de derde dag over zijn contacten met andere militante nationalisten.

Breivik zocht vooral contact met militante nationalisten in het buitenland, omdat sympathisanten in eigen land te veel in de gaten werden gehouden door de politie. De Noor vreesde dat de politie hem zou ontdekken, als hij contact onderhield met Noorse nationalisten.

De Noor vertelde verder dat hij andere nationalisten vaak via internet heeft leren kennen. Hij zou in Londen en Liberia gelijkgestemden hebben ontmoet. In Liberia deed hij zich voor als medewerker van het VN-kinderfonds Unicef en als smokkelaar van bloeddiamanten. Voor het grootste deel zweeg hij over medestanders, omdat hij nieuwe arrestaties wil voorkomen.

„Ik ben slechts een van de zeer vele militante nationalisten in Noorwegen en Europa. Als onze eisen niet worden ingewilligd, zal het opnieuw gebeuren”, zei Breivik. Hij wil dat de Noorse Arbeiderspartij zijn ruimhartige migratiepolitiek opgeeft.

Breivik zei dinsdag al dat er nog twee onafhankelijke personen bestaan met dezelfde gedachten als hij.

Aanklager Inga Bejer Engh maakte duidelijk dat ze zijn verhaal over de Orde van Tempeliers niet geloofde. De politie denkt ook dat de Noor alleen handelde.

Breivik heeft erover geklaagd dat hij persoonlijk belachelijk wordt gemaakt. Hij vroeg de rechters om zijn daden te beoordelen tegen de achtergrond van de strijd over de immigratie.

Breivik zei bang te zijn dat mensen denken dat hij gek is, en dat de aanslagen dus het werk zijn van een geesteszieke.