Bij de proef worden verschillende soorten wilgen en populieren geplant. De bomen worden zeer dicht op elkaar geplant en daartussen wordt klaver ingezaaid, zodat onkruidbestrijding niet nodig is. Volgens woordvoerster Uitterhoeve van Rijkswaterstaat kan er na twee jaar voor het eerst geoogst worden en daarna ieder jaar. „De bomen worden dan flink gesnoeid en de oogst kan gebruikt worden door biomassacentrales of voor de spaanplaatindustrie.”

De verwachting is dat na een jaar of vijf er per jaar wel 180 ton hout als biomassa geoogst kan worden.

Het doel van de biomassaplantage is besparen op onderhoud, omdat er niet meer twee keer per jaar gemaaid hoeft te worden. Als de proef slaagt, gaat de duurzame oogst daarnaast geld opleveren.