Dat heeft de Raad van Kerken dinsdag meegedeeld. Volgens de drie pagina’s tellende verklaring is er voor zowel de kinderdoop als de volwassendoop veel te zeggen. De ”doperse kerken” erkennen „dat achter de praktijk van de kinderdoop zeer waardevolle gedachten schuilen. De gedachte bijvoorbeeld dat God zomaar, ”om niet”, voor ons kiest, en wij niet voor God.” De kerken die de kinderdoop praktiseren, erkennen dat „dopen en belijden in wezen samenhangen.”

Erkenning van de kinderdoop is voor de doperse kerken nog een stap te ver. Wel is in sommige van deze kerken herdoop geen voorwaarde meer voor lidmaatschap, al kunnen er „pastorale redenen” zijn om op verzoek te herdopen. Daar moet dan wel een „diepgaand pastoraal onderzoek” aan voorafgaan.

Verschillende kerken die uitgaan van de geloofsdoop hebben inmiddels ervaring met een vorm van „open lidmaatschap”. In zo’n geval kunnen mensen die de kinderdoop ontvingen en geen herdoop wensen te ondergaan, toch volwaardig lid worden van een gemeente. „Voor de toekomst lijkt een verdere bezinning op dergelijke vormen van open lidmaatschap van belang”, aldus de verklaring.

Naast de waardering voor de verschillende dooppraktijken, groeit „de overtuiging dat de doop niet slechts te maken heeft met één moment, maar deel is van ”een levenslange groei in Christus”.” Dit beeld relativeert volgens de verklaring de „vaak scherp aangezette tegenstelling tussen beide posities.”

De kerken die de verklaring zullen ondertekenen, zijn de Anglicaanse Kerk, de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten, de Evangelische Broedergemeente, de Molukse Evangelische Kerk, de Oud-Katholieke Kerk, de Protestantse Kerk in Nederland, de Remonstrantse Broederschap, de Rooms-Katholieke Kerk en de Syrisch-Orthodoxe Kerk, de Algemene Doopsgezinde Sociëteit en de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten.

De negen eerstgenoemde kerken, die allen de kinderdoop bedienen, tekenen op 29 mei tevens een verklaring dat ze elkaars doop volledig erkennen. Daarmee bevestigen ze de nu al bestaande praktijk. Officieel hebben alleen de rooms-katholieken, hervormden, gereformeerden, remonstranten en lutheranen elkaars doop erkend. Dat gebeurde na de overdoop van prinses Irene in de jaren 60. Voorwaarde is dat de doop is voltrokken in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilig Geest, volgens de in de betrokken gemeenschap geldende regels, en bediend is met water.

De Raad startte besprekingen over de doop in 2009. Doel van het proces was de erkenning van de doop over kerkgrenzen heen te bevorderen en bewustwording van de betekenis van de doop te stimuleren. De ondertekening vindt plaats in de Genadekerk in Heiloo, onder Alkmaar. Volgens de traditie doopte zendeling Willibrord in het Noord-Hollandse plaatsje.