Rouwendal: Monument heeft economische waarde
AMSTERDAM – Dr. Jan Rouwendal is met ingang van deze maand benoemd tot bijzonder hoogleraar economische waardering van erfgoed aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Rouwendal was al universitair hoofddocent bij de afdeling ruimtelijke economie en zal nu als hoogleraar deelnemen aan het onderzoeks- en onderwijsnetwerk Erfgoed en Ruimte. Zijn leerstoel is een van de vier binnen het netwerk.
Rouwendal zal zich vooral bezighouden met het bebouwde erfgoed. „Veel daarvan staat op de monumentenlijst of is een beschermd stadsgezicht. Doe je er niets aan, dan raakt het in verval en verdwijnt het.”
Gemeenten moeten ervoor zorg dragen dat hun monumenten in goede staat bewaard blijven. Rouwendal: „De kosten van aanschaf en onderhoud zijn eenvoudig inzichtelijk te maken; maar levert het ook nog wat op? Dat is minder duidelijk.”
De taak van de kersverse hoogleraar is om met economische technieken de opbrengst van een monumentaal gebouw of stadsgezicht in euro’s uit te drukken. „Iemand wil bijvoorbeeld een pand kopen in de Amsterdamse binnenstad. Het huis kost naar verhouding veel; toch wil hij er wonen omdat de grachtengordel een aantrekkelijke omgeving biedt. Die gevoelsmatige meerwaarde probeer ik in euro’s uit te drukken”, legt Rouwendal uit.
Rouwendal is verder secretaris van de raad van toezicht van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn. Sinds 1984 is hij nauw bij de scholengemeenschap betrokken. Kerkelijk behoort Rouwendal tot de gereformeerde gemeente in Nederland te De Beek-Uddel.
Voor de leerstoel doet zijn reformatorische identiteit er nauwelijks toe, stelt Rouwendal. „Iemand met een andere achtergrond zal deze leerstoel op dezelfde manier invullen.”