Dat zei onderzoeker Sam Perlo-Freeman naar aanleiding van nieuwe informatie die het Stockholmse Internationale Instituut voor Vredesonderzoek SIPRI dinsdag publiceerde.

In West- en Centraal Europa gaven alleen het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje meer uit aan defensie dan Nederland. De onderzoekers hebben ook gemeten welk percentage van het bruto binnenlands product Nederland in 2010 aan defensie uitgaf. „Dan staan ze iets onder het gemiddelde met 1,4 procent”, zegt Perlo-Freeman. Het Verenigd Koninkrijk staat dan bovenaan (2,6 procent), Duitsland en Finland betalen ongeveer hetzelfde percentage als Nederland, maar Zweden weer minder.

De recessie heeft ervoor gezorgd dat Nederland minder is gaan uitgeven, aldus de onderzoeker. Dat geldt ook voor andere Europese landen, die door de crisis moeten korten. Defensie is dan iets waar relatief makkelijk op wordt bezuinigd. Sinds 2008 zijn de militaire uitgaven van Nederland met circa 5 procent gedaald.

Het meeste geld, ongeveer driekwart, ging in 2010 op aan personeel en andere kosten die nodig zijn om een leger in stand te houden. Sinds 1994 is het bedrag dat in militaire zaken is gestoken in reële termen weinig veranderd. Dat laat zich makkelijk verklaren. Perlo-Freeman: „Er was weinig militaire dreiging van buiten. Ook heeft Nederland niet de ambitie zich als wereldmacht te etaleren. En de economie groeide wel, maar niet spectaculair. Zelfs militaire missies, zoals recent naar Afghanistan, zijn niet spectaculair duur.”