„Deel kerkengebouwen met migranten”
DEN HAAG – Terwijl de ene migrantenkerk zit te springen om een kerkgebouw, kan elders een gemeente het gebouw aan de straatstenen niet kwijt. Het ontbreekt aan een „marktplaats voor kerken”, aldus drs. Klaas van der Kamp zaterdag in Den Haag op de conferentie Kerken voor kerken.
„Bundel de wensen van migrantenkerken en zorg dat zij de instanties van de grote Nederlandse kerkgenootschappen kunnen benaderen. Hun lijst met zoekers kan zo gematcht worden met de lijst van aanbiedende kerken.” Dat betoogde Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken, zaterdag in Den Haag op de conferentie ”Kerken voor kerken”. Het ontbreekt volgens hem aan „een marktplaats voor kerken.” De komende tien jaar zullen circa 1200 kerkgebouwen in Nederland de bestemming kerk verliezen. Dat is net zo veel als er migrantengemeenten zijn. Die komen nu soms noodgedwongen samen in garages, buurthuizen of scholen.
Volgens Van der Kamp kan het niet anders dan dat kerken gaan samenwerken. Hij verwees naar hoe het ooit in de Noordoostpolder ging. Zowel de hervormde als de gereformeerde kerk werden verkocht. Samen kochten ze de rooms-katholieke kerk aan, die werd verbouwd en eenmaal per maand beschikbaar gesteld voor een kleine groep van rooms-katholieke gelovigen. Via de mogelijkheid om convenanten te sluiten zou een flinke stap gezet kunnen worden in „het delen van godshuizen tussen migrantenkerk en witte kerk”, aldus Van der Kamp.
De algemeen secretaris constateerde nog een ander probleem: „De meeste kerken staan op de verkeerde plaatsen. Er zijn nogal wat kerken in het noorden en oosten beschikbaar. Maar daar zijn weinig migrantenkerken.” Nog geen 10 procent van de kerken staat op de goede plaats, becijferde hij. „Van de 1200 kerken gaat de helft weg als rooms-katholieke kerk; van die 600 valt circa 540 af omdat het gebouw in de verkeerde provincie staat. Dan blijven er nog zestig over.”
Volgens Van der Kamp begint het allemaal met het aangaan van onderlinge relaties, zodat je het van een andere geloofsgemeenschap tenminste wéét als de kerk vrijkomt. Ook de emotie die aan een gebouw kleeft, is cruciaal. „Voor rooms-katholieken is de kerk een gewijde ruimte. De bisschop heeft met de wijwaterkwast en het gebed de ruimte onttrokken aan het gewone gebruik.” Voor protestanten is dat anders, aldus Van der Kamp. „Het Evangelie kan overal verkondigd worden. Het hart is de woonplaats van God.”
Maar ook daarvan kent de geschiedenis genoeg voorbeelden waar het gebouw heiliger werd verklaard dan de missie waar het gebouw voor diende. „Er is me een voorbeeld bekend van een gereformeerde kerk synodaal die een gebouw in de verkoop deed, waarop men een bod kreeg van de gereformeerden vrijgemaakt. Maar het werd niet verkocht, want het zou de indruk wekken dat de vrijgemaakte leer sterker is, meer wervingskracht heeft dan de synodale insteek.”
Dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, bepleitte veel meer samenwerking. „De gevestigde kerken hebben zich sterk aangepast aan de geseculariseerde cultuur. Religie vormt vaak slechts een klein deel van hun leven. Migrantenkerken tonen daarentegen vitaliteit en dynamiek. Hun geloof beleven zij heel nadrukkelijk in hun dagelijks leven. Van beide kanten dreigen zelfgenoegzaamheid en isolement. Migranten en de gevestigde kerkgangers kunnen veel van elkaar leren. De laatsten treuren over de krimp waarin ze terecht zijn gekomen. Migranten hebben evenzeer de neiging zich af te zonderen en zich uitsluitend te richten op hun eigen achterban.”