Dat bleek zaterdag tijdens de referaten op de jaarvergadering van de VGS in Hardinxveld-Giessendam. Centraal tijdens de bijeenkomst stond het recente advies van de Onderwijsraad over de toekomst van artikel 23 van de Grondwet, waarin de vrijheid van onderwijs is vastgelegd.

VGS-voorzitter ds. P. Mulder uit Krimpen aan den IJssel stelde dat de „vrijheid van onderwijzen” meer op de tocht staat dan de vrijheid van onderwijs. Hij wilde het vele goede dat er nog is „niet miskennen”, maar constateerde wel dat er in politiek en samenleving een libertijnse geest aanwezig is die autoritair en indoctrinair is.

Als voorbeeld noemde de VGS-voorzitter een reformatorische biologiemethode waarin seksualiteit tussen man en vrouw als norm wordt beschouwd. Sommige politici noemen dit discriminerend. Verder noemde de predikant de Vereniging tot Heil des Volks. Die spreekt onder druk van de Inspectie voor de Gezondheidszorg niet langer over homoseksuele gerichtheid, maar over homoseksuele geaardheid. „Gerichtheid zou kunnen duiden op de mogelijkheid van verandering”, aldus de VGS-voorzitter.

Mr. A. Weggeman, adjunct-directeur advisering bij de Raad van State en SGP-gemeenteraadslid in Capelle aan den IJssel, plaatste enkele kritische kant­tekeningen bij het recente rapport van de Onderwijsraad. Volgens de jurist is het loslaten van het richtingbegrip bij schoolstichting niet zinvol. Er is nu al veel mogelijk via het algemeen bijzonder onderwijs. Bovendien is een vergelijkbaar wetsontwerp enkele jaren geleden gestrand.

Weggeman noemde het voorstel van de Onderwijsraad om schoolbesturen te verplichten regelmatig aan ouders te vragen of ze nog achter de grondslag van de school staan „inconsequent.” Als de overheid het richting­begrip loslaat, past toetsing van richting daar niet bij.

De medewerker van de Raad van State ziet een tendens dat de overheid zich steeds meer met de inhoud van het onderwijs gaat bemoeien. Dat gebeurt door het steeds verder oprekken van het begrip deugdelijkheid. Weggeman had graag gezien dat de raad duidelijker had uitgesproken dat scholen zelf de inrichting mogen bepalen op het gebied van lesinhoud, toelatingsbeleid en personeelsbeleid.

VGS-medewerker drs. G. P. Vonk plaatste kritische kanttekeningen bij het voorstel van de Onderwijsraad om te toetsen of nieuwe scholen wel passen binnen de democratische rechtsorde. Hij is bang dat onder invloed van progressieve politici deze toetsing steeds strenger zal worden. „Zal er geen kritiek kunnen komen op het zingen van bepaalde psalmverzen? En wordt het afwijzen van homoseksualiteit in de toekomst betiteld als het creëren van een sociaal onveilig klimaat? Achterdocht is hier op zijn plaats”, aldus Vonk.

VGS-directeur H. Vos riep de aanwezigen ertoe op meer mensen lid de maken van de Reformatorische Oudervereniging. „Nu zijn er 300 leden en dat is te weinig om een vuist te maken.”

De leden herkozen de bestuursleden ds. P. Mulder en ir. A. W. van der Vlies. In plaats van het scheidende bestuurslid mr. J. Verhoeven werd mr. M. J. W. Hoek uit Gouda gekozen.