Vredesproces M-Oosten wankelt
Jonge Palestijnse zelfmoordactivisten hebben dinsdag met aanslagen op een winkelcentrum in Israël en een bushalte in een Joodse nederzetting op de Westoever het bestand tussen Israël en de Palestijnen verder aan het wankelen gebracht.
Bij de aanslagen kwamen behalve de daders ook twee Israëliërs om het leven. De Israëlische premier Ariel Sharon besloot de aangekondigde vrijlating van enkele tientallen Palestijnen onmiddellijk op te schorten.
De eerste aanslag vond plaats in Rosh Haayin, vlak bij Tel Aviv. De dader blies zichzelf op in een supermarkt, waardoor één Israëliër omkwam en negen mensen gewond raakten. De aanslag werd opgeëist door afvallige leden van de aan Fatah gelieerde al-Aqsa Martelaren Brigades. Zij zeiden dat er meer zelfmoordaanslagen zouden volgen „tot de bezetting is verslagen.”
Hamas eiste via de website van de Izzedine al-Qassam, de gewapende vleugel van de organisatie, de verantwoordelijkheid op voor de tweede aanslag in de nederzetting Ariel, waarbij één Israëliër om het leven kwam en twee zwaargewond raakten. De aanslagen waren de eerste openlijke schending van het op 29 juni afgekondigde bestand.
Toch leek noch Hamas noch de Israëlische regering geneigd de zaak verder op de spits te drijven, waarschijnlijk uit angst de schuld te krijgen voor het mislukken van de vredesinspanningen van de Verenigde Staten. Hamas zei dat het de aanslag had uitgevoerd uit vergelding voor de recente moord op twee van zijn leden door Israëlische soldaten, maar dat de groep vanaf nu het bestand weer in acht zou nemen. Israël liet via een militaire woordvoerder weten dat er geen grootschalige represailles zouden worden uitgevoerd.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, sprak zijn spijt uit over de aanslagen en zei dat de Verenigde Staten blijven ijveren voor vrede op basis van de ”routekaart voor de vrede”. De plegers van de aanslagen van dinsdag waren allebei 17 en woonden vlak bij elkaar, de een in Nablus op de Westoever en de ander in een vluchtelingenkamp dat daaraan grenst. Volgens hun familie kenden zij elkaar niet. Het Israëlische leger heeft Nablus inmiddels afgesloten en in omringende dorpen een uitgaansverbod afgekondigd. Woensdagmorgen bliezen Israëlische soldaten het ouderlijk huis op van een van de dader uit Nablus. Elf van zijn familieleden moeten nu bij andere familieleden intrekken.
„Het vernietigen van de huizen van terroristen is bedoeld als boodschap aan zelfmoordactivisten en hun kompanen dat eenieder die deelneemt aan terroristische activiteiten daarvoor een prijs moet betalen”, luidde het in een verklaring van het Israëlische leger.
In een eerste reactie op de aanslagen annuleerde Israël de vrijlating van 76 Palestijnse gevangenen. Een deel van hen zat op dat moment al in de bus die hen naar huis zou brengen. Premier Sharon beschuldigde de Palestijnse Autoriteit ervan haar plicht om militante groepen te ontmantelen, te verzaken.
De Palestijnse premier Mahmoud Abbas, die op bezoek was in Qatar, zei dat de Palestijnse facties ondanks de twee aanslagen vasthouden aan het bestand met Israël. Hij gaf Israël de schuld van het verstoren van de rust. De situatie aan Palestijnse kant was goed, zei hij, en het waren niet de Palestijnen geweest die het bestand hadden geschonden. Kennelijk doelde Abbas op een Israëlische overval, vrijdag, op een bommenmakerij in een vluchtelingenkamp op de Westoever, waarbij een vuurgevecht ontstond en twee Hamas-leden, een Palestijnse stenengooier en een Israëlische soldaat om het leven kwamen.