Beatrice de Graaf: Terrorist als Breivik moeilijk te stoppen
DEN HAAG (ANP) – De Noor Anders Behring Breivik staat maandag voor de rechter voor het begin van zijn proces. Hij pleegde vorig jaar twee aanslagen, die 77 mensen het leven kostten. Vier vragen aan Beatrice de Graaf van het Centre for Terrorism and Counterterrorism (Universiteit Leiden) over terroristen als Breivik.
Hoe is de manier van werken van Breivik te beschrijven?
„Breivik bedacht zijn gruwelijke daden op eigen houtje en bereidde zich daarop in afzondering voor. Dat deed hij onder meer om buiten het zicht van veiligheidsdiensten te blijven. Hij sloot zich bewust niet aan bij een bestaande organisatie. Volgens bijvoorbeeld de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding is het een nieuwe trend dat terroristen zo werken. Dat soort terroristen noemt zichzelf vaak lone wolf.”
Waar komt de term lone wolf vandaan?
„Rechts-extremistische activisten uit de Verenigde Staten gingen zich eind jaren ’90 zo noemen. Onder anderen Tom Metzger en Alex Curtis riepen collega-racisten op om uit tactische oogpunt in hun eentje geweldsdaden te plegen. Ik vind dat die term ze teveel eer geeft en spreek liever van lone operators.”
Werkte Breivik op eigen houtje om te voorkomen dat zijn ideologie besmet raakte?
„Helemaal niet. Breivik voelde zich onderdeel van een wereldwijde anti-islamistische ideologie. Hij verwachtte ook dat anderen zijn daden zouden volgen.”
Hoe zijn terroristen zoals Breivik te bestrijden?
„Moeilijk. Ik geloof niet dat nieuwe, strenge wetten die veiligheidsdiensten meer bevoegdheden geven de oplossing zijn. Diensten kunnen nu al internet afspeuren naar mensen die radicale taal uitslaan. Als je ze meer bevoegdheden geeft, creëer je alleen maar hoge verwachtingen en hooibergen vol informatie. En je moet maar zien dat je daarin die ene speld vindt. Dat blijkt. Breivik was al in beeld van de Noorse veiligheidsdienst. Diensten moeten zich richten op concrete informatie. Begin bijvoorbeeld met het beter controleren van wapenvergunninghouders. Of merk het op als iemand grote hoeveelheden kunstmest bestelt, waarvan je een bom kunt maken. Het is wellicht nog belangrijker om bestuurders en professionals te trainen in de reactie op aanslagen. Toekomstig geweld kan namelijk nooit worden uitgesloten, ondanks alle inspanningen. Het is daarom relevant om je niet alleen te richten op het voorkomen van aanslagen, maar ook op het beperken van maatschappelijke onrust na geweld.”