Opinie

Commentaar: Met open ogen in de Iraanse val

Dit weekeinde moet het dan eindelijk gebeuren. Voor het eerst sinds een jaar worden de directe besprekingen met Iran over zijn omstreden nucleaire programma hervat.

13 April 2012 10:13Gewijzigd op 14 November 2020 20:28
De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Ali Akbar Salehi. Foto EPA
De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Ali Akbar Salehi. Foto EPA

De vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad en Duitsland schuiven in Istanbul aan bij een team van Iraanse onderhandelaars. Na alle strafmaatregelen en eenzijdige statements uit diverse hoofdsteden in de wereld van de afgelopen tijd moet er weer een serieuze dialoog van de grond komen.

De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Ali Akbar Salehi, nam vrijdag in een opinieartikel in The Washington Post alvast een voorschotje op de insteek van de besprekingen. Hij hoopt dat de onderhandelaars „oprechte pogingen in het werk stellen om het wederzijds vertrouwen te herstellen.”

”Herstellen” veronderstelt dat er ooit sprake is geweest van daadwerkelijk vertrouwen. Het feit dat de internationale gemeenschap Iran de afgelopen tien jaar nauwelijks iets in de weg heeft gelegd in het almaar uitbreiden van zijn nucleaire capaciteit zou inderdaad kunnen doen vermoeden dat de wereld geen kwade vermoedens ten aanzien van Teherans plannen had.

Of is de Islamitische Republiek erin geslaagd met sluw duw- en trekwerk de internationale gemeenschap al die tijd aan het lijntje te houden? Af en toe inspecteurs op zorgvuldig geselecteerde locaties toelaten, stug volhouden dat het Iraanse atoomprogramma alleen voor vreedzame doeleinden is bedoeld. Soms dreigende taal uiten en met trots verkondigen dat de zoveelste verrijkingsinstallatie in gebruik is genomen.

Vertrouwen? Het zou Teheran sieren als het per direct onafhankelijke inspecteurs in het land zou toelaten die alle Iraanse atoominstallaties grondig mogen inspecteren. Inclusief complexen die zorgvuldig onder de grond of diep in bergwanden zijn verborgen.

Tegelijkertijd zou het de internationale gemeenschap sieren als ze zichzelf eindelijk eens serieus nam. Of laat de wereld zich voor de zoveelste keer paaien door vleiende woorden uit Teheran? Ziet het Westen nu echt niet in dat het voortdurend een rad voor ogen wordt gedraaid?

„Complexe zaken die al decennialang niet echt op tafel zijn geweest, kunnen niet in één dag worden opgelost”, waarschuwde minister Salehi al in zijn artikel in The Washington Post.

Hij had het niet beter kunnen uitdrukken. Want de complexe zaken waar de Iraanse bewindsman over sprak kunnen al jarenlang niet worden opgelost – laat staan binnen een dag.

Misschien had Salehi zijn betoog in The Washington Post iets moeten aanpassen. Bijvoorbeeld met de volgende zinsnede: „Complexe zaken die al decennialang niet echt op tafel zijn geweest, wíllen we niet in één dag oplossen. En eigenlijk helemaal niet.”

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, is intussen alweer met open ogen in de Iraanse val getrapt. Hoewel de bewindsvrouw vandaag op hoge toon „concrete resultaten” van Teheran eiste, kon ze tegelijkertijd goed begrijpen dat Iran „verzekeringen en acties van onze kant verwacht.” Die vraag zal Washington „zeker in overweging nemen”, aldus Clinton. Wie dicteert nu wie?

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer