Buitenland

Hitte in Irak dit jaar extremer dan anders

Het is 50 graden Celsius in de schaduw en de zolen smelten van je schoenen. De temperatuur heerst al dagen in de Iraakse hoofdstad, waar de gemoederen door het verzet tegen de Amerikaanse bezetting toch al zo hoog zijn opgelopen. De augustushitte, normaal alleen maar hinderlijk, is dit jaar bijna ondraaglijk en werkt het geweld in de hand dat de Amerikaanse en Britse militairen hier elke dag te vrezen hebben.

Steven Hurst (AP)
13 August 2003 11:30Gewijzigd op 14 November 2020 00:29

In een wijk in het noordwesten van Bagdad waar de ijzerwerkplaatsen zijn geconcentreerd, staat Saad Ali (37) een raamkozijn te lassen. Als hij zijn lasbril afdoet, komen een paar beroete ogen te voorschijn. Zijn lichtgroene T-shirt, vol brandgaten van de vonken die bij het lassen rondvliegen, vertoont grote zweetplekken. „Ik doe het in de zomer veel rustiger aan”, zegt hij. „Als ik deze stukken ijzer niet uit de zon houd, kan ik ze niet meer aanraken.”

In Bagdad is het ’s zomers altijd heet, maar het verschil is dat er nu nauwelijks of geen elektriciteit is. Normaal bestrijden de inwoners de hitte met airconditioners en oude koelsystemen op basis van waterverdamping. Maar zonder stroom geen koeling. En wiens schuld is dat? Die van de Amerikanen, die er niet in zijn geslaagd de elektriciteitsvoorziening op het vooroorlogse peil terug te brengen.

In het 450 kilometer zuidwestelijker gelegen Basra, waar het zelfs nog heter is, gingen mensen het afgelopen weekend de straat op om verhaal te halen. Bij gewelddadige botsingen met de in de stad gelegerde Britse troepen vielen twee doden. En een door de Amerikaans-Britse coalitie ingehuurde Nepalese burgerfunctionaris die op weg was om post te bezorgen bij VN-medewerkers in de stad werd door een onbekende schutter gedood.

Veel mensen zeggen dat zij opgefokt zijn omdat ze niet kunnen slapen. Zonder airco is het te heet in huis.

Het hoofd van het Amerikaanse bestuur in Irak, Paul Bremer, zegt dat de aftandse infrastructuur debet is aan het trage herstel van de stroomtoevoer. Daar komt nog bij, zegt hij, dat de Amerikaanse autoriteiten het beetje stroom dat er wel is, eerlijker verdelen. Saddam Hussein zorgde er altijd voor dat de hoofdstad 100 procent werd voorzien. Wat overschoot konden de provincies krijgen.

Salam Salman (40) zit bedaard op een plank die aan een kabel voor de tiende verdieping van een hotel hangt en waaraan een pot verf is bevestigd. In zijn ene hand heeft hij een kwast, in de andere een sigaret. Hij lacht wanneer een uit een raam hangende verslaggever hem vraagt of hij geen last heeft van de hitte. „Kijk, ik zit in de schaduw”, zegt hij. „Als de zon hierheen komt, verf ik aan de andere kant. Het is geen probleem.”

De hitte is soms dodelijk voor de Amerikaanse militairen die in ploegendiensten van twaalf uur met wapens, helmen en veertien kilo zware kogelvrije vesten in de stad moeten patrouilleren. Afgelopen weekeinde bezweek een soldaat die in een konvooi reed. Een tweede werd dood in zijn bed gevonden, maar het is nog onduidelijk of de hitte daarbij een rol heeft gespeeld.

In zijn garage in het noorden van Bagdad zit de 37-jarige monteur Abathar Hamid op zijn hurken voor een Datsun uit 1980. Nadat hij zijn steeksleutels op de grond heeft gelegd, beklaagt hij zich erover dat hij geen stroom heeft. „Je moet het maar gewoon zien te overleven”, zegt hij dan.

Neil Chapman, lid van een mobiele meteorologische eenheid van het Britse leger in Basra, zegt dat de hitte wordt veroorzaakt door een noordwestelijke wind (shamal) die kenmerkend is voor de zomer en die hete lucht uit Turkije en Syrië over de Iraakse woestijn jaagt. Het woestijnzand wordt door de meedogenloze zon vaak tot 60 graden Celsius verhit. Bij gebrek aan verfrissing van zee -Irak is bijna aan alle kanten door land ingesloten- wordt het land ’s zomers een oven.

De hitte is wel goed voor de dadels. Onder een dadelpalm die op de middenberm van een weg in Bagdad groeit, staat elke dag een wit ezeltje te grazen, terwijl het verkeer aan beide kanten langs raast. De eigenaar haalt het beestje ’s avonds op en brengt hem ’s morgens vroeg weer terug. Het ezeltje houdt zich aan het devies van Hamid : gewoon volhouden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer