Wantrouwen over Zweedse uitlevering
Zweden mag dan een goede staat van dienst hebben op het gebied van mensenrechten, dat betekent nog niet dat elke Nederlander zomaar aan het Scandinavische land mag worden uitgeleverd.
Advocaat V. Koppe hield dinsdag de rechtbank in Amsterdam voor dat antiglobalist Maarten B. in Zweden waarschijnlijk geen eerlijk proces zal krijgen. Tientallen collega-actievoerders en sympathisanten woonden de zitting bij.
De Zweden verdenken de 22-jarige Nederlander ervan een agent met een stok te hebben geslagen tijdens de eurotop in juni 2001 in Göteborg. In november verspreidden de Zweedse autoriteiten een internationaal aanhoudingsbevel, waarop B. in juni in Amsterdam werd aangehouden.
Volgens Koppe moet de rechtbank meer informatie aan de Zweden vragen over de onderbouwing van de verdenking. In Zweden zijn de inmiddels gevoerde processen tegen andere verdachten van oproer tijdens de top in Göteborg omstreden.
Amnesty International en een door de Zweedse overheid ingestelde commissie hebben volgens Koppe kritiek geuit over deze processen. Zo zouden er voor Zweedse begrippen ongebruikelijk hoge straffen zijn uitgedeeld, terwijl het bewijs erg mager was. Ook zou er aantoonbaar met het bewijs zijn geknoeid en zou de Zweedse politie tijdens de top buitensporig geweld hebben gebruikt.
De zaken van Duitse antiglobalisten zijn ook in Duitsland behandeld en niet in Zweden, stelde Koppe. Volgens officier van justitie L. Ang was in die gevallen voldoende bewijsmateriaal voorhanden dat naar de Duitse rechters kon worden gestuurd. In het geval van B. is dat er niet en moeten dus getuigen worden gehoord. Dat kan beter in Zweden plaatsvinden.
Ook een eventuele straf zou in Nederland veel lager uitvallen dan in Zweden. „In Nederland krijgt iemand ten hoogste twee tot vier weken gevangenisstraf voor iets als eenvoudige mishandeling”, aldus Koppe. Bij uitlevering zou B. alleen al in voorarrest maanden in een Zweedse cel moeten doorbrengen. Volgens Ang wordt mishandeling van een agent ook in Nederland niet met een paar weken afgedaan. „De gevraagde uitlevering is toelaatbaar”, stelde ze tijdens de zitting.
De rechter doet uitspraak op 26 augustus.