De duivelse ideologie van Photoshop
Achter de met Photoshop bewerkte afbeeldingen van fotomodellen zit een duivelse ideologie van jeugd en schoonheid, zegt Mike Cosper. We willen iets worden wat we buiten het paradijs en zonder de opstanding niet kunnen zijn.
Een omslagfoto van Intelligent Life veroorzaakte onlangs wat ophef, omdat het tijdschrift het ondenkbare aandurfde: het gezicht van een beroemdheid laten zien zoals het werkelijk is. De Australische actrice Cate Blanchett staat op de cover met weinig make-up en haar (glimlach)rimpels zijn niet geretoucheerd. Ze lijkt minder op een ster uit Hollywood, en meer op iemand die je gewoon op straat zou kunnen tegenkomen.
Vergeleken met deze foto maken andere afbeeldingen van Blanchett een plastic indruk. Het aprilnummer van het modetijdschrift Harper’s Bazaar plaatste haar ook op de cover, maar dan met een perfect gladde porseleinen huid en benevelde blik. Haar nek lijkt uit steen gehouwen, haar uiterlijk is tijdloos; de magie van Photoshop heeft een onnatuurlijke onsterfelijkheid aangebracht.
Wel vaker hebben beroemdheden zich onbewerkt laten afbeelden. Maar dat soort pogingen valt vooral op omdat ze zo zeldzaam zijn. Photoshop is de norm. Dit is zo gewoon geworden dat het ons amper opvalt, en dat maakt het des te verraderlijker. Achter de verwijderde rimpels, de verfraaide rondingen en de slanke tailles zit een duivelse ideologie van jeugd en schoonheid.
Narcisme
Toen de duivel in de hof van Eden naar Eva toekwam, richtte hij zijn aanval onder andere op haar gevoel van tevredenheid. „Is het ook dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?” (Gen. 3:1) Anders gezegd: Heeft God iets voor je achtergehouden? Heeft Hij je minder gegeven dan je nodig hebt, dan je verdient?
De verzoekingen van Jezus in Lukas 4 zijn eenzelfde soort aanval. Had Jezus stenen in brood veranderd, dan had Hij daarmee de genoegzaamheid van Gods zorg ontkend. Had Hij satan aanbeden in ruil voor de koninkrijken der aarde, dan had Hij daarmee de genoegzaamheid ontkend van de erfenis die voor Hem was weggelegd.
In beide gevallen had satan dezelfde boodschap: God houdt iets voor je achter. Je mist wat je echt nodig hebt. Je hebt niet wat je werkelijk gelukkig zal maken. Het is een appel op innerlijk narcisme – en in Eva’s geval was dat appel effectief. Toen ze er eenmaal van overtuigd was dat de vrucht haar verstandig zou maken en ”als God”, toen at ze. Een vergelijkbaar appel op ons narcisme werkt even goed.
En dat is de reden waarom de omslagen van tijdschriften vol staan met sterren die gemaakt lijken van boetseerklei en met hongerlijdende modellen. Dit zijn de iconen van een godsdienst die jeugdigheid aanbidt en gericht is op consumeren. Ze beloven een wereld waarin ouderdom (en dus de dood zelf) is opgeschort, waar de geheime kennis van succes, schoonheid, geluk, liefde en seks wordt onthuld.
Verlangende wezens
Natuurlijk kunnen we de overdreven kreten op covers van tijdschriften zoals Vogue en Cosmo bekijken en vaststellen dat ze absurd zijn. We kunnen een afbeelding zoals die van Blanchett op Harper’s Bazaar zien en verstandelijk weten dat dit niet de echte wereld is.
Maar deze magazines mikken niet op ons verstand. De christelijke filosoof J. K. A. Smith wijst er in ”Desiring the Kingdom” op dat wij geen fundamenteel rationele wezens zijn. We zijn verlangende wezens. En ook al zijn de beloften van Hollywood en van het consumentisme irreëel, hun beeld van het ideale menselijke leven heeft ons hart in de ban gekregen.
Zoals Smith het zegt: „Het is niet zozeer dat we intellectueel overtuigd worden en vervolgens de wilskracht opbrengen om na te streven wat we behoren te doen. Nee, op een precognitief niveau worden we aangetrokken tot een beeld van het goede leven dat voor ons in verhalen en mythes, afbeeldingen en iconen wordt uitgeschilderd. Niet zozeer ons hart wordt in de ban gebracht, maar onze verbeelding. En is de verbeelding gevangen, dan zijn wij gevangen.”
Daarom blijven tijdschriften maar verkopen, ondanks de overduidelijke leugens op hun covers. Consumenten worden overgehaald door de hoop op het goede leven en door het idee dat het tijdschrift dit lijkt aan te bieden voor die heel lage prijs van maar 6 euro.
Tot mensen van vlees en bloed, wier lichaam veroudert en wier gelaat rimpels krijgt, fluisteren deze tijdloze iconen: „Je bent niet goed genoeg. Je bent te vet, te oud, te dun, te plat, te rond, te arm, te bleek, te gebruind. Je Maker heeft iets voor je achtergehouden. Je bent een voorbijgaand, stervend wezen dat niets voorstelt… maar het is niet zeker dat je sterft. Volg me, en je kunt voor eeuwig jong, mooi en succesvol zijn.”
Ze spiegelen een onmogelijk schoonheidsideaal voor, en consumenten streven dat ideaal op een religieuze manier na – deze kleding, die make-up, deze botox, die chirurgische verbetering, dit dieet, dat lekkers. Het gaat maar door, als een gewijde pelgrimstocht waar je tijdloze schoonheid kunt krijgen voor een pond vlees. Het gaat in tegen de Schepper, Die ons wonderbaarlijk gemaakt heeft, Die onze haren en onze dagen geteld heeft en Die grijze haren onze kroon noemt omdat ze duiden op een leven dat verstandig is geleefd (Spr. 16:31).
Plastische chirurgie
Ik vind het treurig dat in een discussie over plastische chirurgie die onlangs onder Amerikaanse christenen werd gevoerd, er weinig aandacht was voor wat de theologie van de schepping erover te zeggen heeft. We maken ons druk over de vraag of het is toegestaan, maar negeren wat plastische chirurgie zegt over wie wij zijn, wie God is en hoe Hij ons heeft gemaakt.
Natuurlijk zijn er goede medische redenen voor veel van deze ingrepen, maar dat zijn de uitzonderingen, en niet de regel. De regel –de kracht die de markt voor cosmetische ingrepen in stand houdt– is niet gezondheid en genezing, maar verbetering.
Ik denk hier iedere dag aan als ik mijn dochters zie opgroeien. Mijn 4-jarige Doroty, die om haar vlasblonde krullen door iedereen benijd wordt, klaagt al dat ze geen steil haar heeft zoals Cinderella, of bruin haar zoals Belle. Mijn vrouw en ik voelen ons als soldaten aan de poorten van deze kleine meiden. Hoe kunnen we staande houden dat hun Maker precies wist wat Hij deed toen Hij hen formeerde, terwijl de wereld hun vertelt dat Hij het mis had? We kunnen de deur op slot doen en hen binnensluiten, maar uiteindelijk moeten ze toch naar de drogist. Ieder tochtje naar buiten zal een nieuw salvo betekenen.
Wassen beeld
Onze enige hoop voor hen en voor onszelf is dat we een grotere visie te krijgen en naar iets hogers gaan verlangen, dat onze verbeelding wordt gegrepen door een grootsere hoop en een betere belofte. In plaats van te hopen op tijdloosheid en in plaats van de tekenen van de tijd op ons gezicht en ons lichaam te weerstaan, kunnen we hopen op wederopstanding en vertrouwen op Hem Die de doden opwekt. In plaats van ons aan te passen aan de wispelturige schoonheidsmaatstaven kunnen we de God aanbidden, Die ons kende voordat we geboren waren, Die ons wonderlijk gemaakt heeft en Die ons ”goed” noemde. Dan kunnen we, als we met Photoshop bewerkte iconen rondom ons zien, reageren met een krachtig: „Ga weg van mij!”
Tim DeLisle, redacteur van Intelligent Life, zei over de onbewerkte foto van Cate Blanchett: „Als andere magazines actrices fotograferen, dan maken ze er routinematig zwaar bewerkte foto’s van. Hun huid wordt zo ongelooflijk glad gemaakt dat je je afvraagt waarom de fotograaf geen sessie deed met hun wassen beeld.” In plaats van deze schepselen te prijzen zoals ze zijn, zoals hun Schepper hen gemaakt heeft, willen we ze tot iets anders transformeren. Tot iets wat door menselijke handen onberispelijk is gemaakt of wat tijdloos is en niet beïnvloed door de zondeval. Iets wat er aan deze kant van het paradijs en los van de opstanding nooit zal zijn.
Mike Cosper is een van de predikanten van Sojourn Cummunity Church in Louisville, Kentucky. Dit artikel is overgenomen van de weblog van The Gospel Coalition.